BELUCHTING SLIB VERZEKERD DOOR HUURBLOWER AERZEN
Elegante oplossing bij CETB functioneert optimaal
Sinds 2000 exploiteert het CETB (Centre d'Enfouissement Technique du Beaumont) een voormalige mijnsite die is omgebouwd tot een stortplaats voor afval van de industrie en haar afvoerkanalen. Om het vervuilde water van de stortplaats te behandelen, werd er op de site een zuiveringsstation gebouwd. Tijdens het onderhoud van het bekken van het station wordt het organische aerobe actieve slib overgeheveld naar een tijdelijk bekken. Om er zeker van te zijn dat de bacteriën gezond zijn, is het noodzakelijk dat dit slib constant belucht wordt. De perslucht daarvoor wordt geproduceerd door een huurblower van Aerzen.
HISTORIEK
In 2000 voltooit het CETB de omvorming van een voormalige mijnsite in een technische stortplaats voor afval van de industrie en haar afvoerkanalen. Het terrein heeft een totale oppervlakte van 20 ha, waarvan 2 ha technisch terrein is voor de kantoorgebouwen, de zuiveringscentrale en de verschillende ateliers. De meerderheidsaandeelhouders van het CETB zijn Suez (voorheen Sita Belgium) en SRIW Environnement (dochtermaatschappij van de SRIW: Société Régionale d'investissement Wallon). Het CETB heeft het ISO 14001-certificaat en de EMAS-registratie.

CENTRE D'ENFOUISSEMENT TECHNIQUE DU BEAUMONT NV
- opgericht in 1999
- locatie: Monceau-sur-Sambre
- afgevaardigd bestuurder: Théo Quaghebeur (directeur)
- 15 personeelsleden
- 20 ha totale oppervlakte, waarvan 2 ha technische installaties & kantoorgebouw
TWEE TYPES AFVAL
Op de site van het CETB worden biologisch afbreekbaar en niet-biologisch afbreekbaar afval gedolven. Adjunct-directeur Dimitri Bertholet beschrijft hoe alles verloopt: “Het afval wordt in tien afzonderlijke cellen verzameld, waarvan vier cellen bestemd zijn voor het biologisch afbreekbare afval dat eventueel een gedeelte vergistbaar afval bevat, en zes cellen voor de minerale afvaltypes. Sinds 2009 bestaat de overgrote meerderheid van wat hier toekomt, uit niet-biologisch afbreekbaar afval, zoals verontreinigde minerale grond, baggerslib, afval van het verwerken van autowrakken of asbestcementafval."
STRUCTUUR VAN DE STORTPLAATS
“Het C.E.T. (centre d'enfouissement technique - technische opslagplaats) is een groot waterdicht bekken waarvan de bodemvorm uit verschillende lagen bestaat. Van onder naar boven gaat het om een draineerlaag, dan een laag geotextiel, vervolgens een minerale afdichting van klei, bentoniet, een geomembraan, een antiperforatiegeotextiel, nog een draineerlaag en tot slot een geotextiel dat verontreiniging weert. Deze opeenvolgende lagen zorgen voor een perfecte waterdichtheid en houden het water vast dat door het afval sijpelt; dat afval kan tot twintig meter dik zijn. De stortplaats is echter niet steriel, want ze produceert twee bestanddelen die moeten worden verzameld en behandeld, namelijk het biogas - dat zich vormt tijdens de ontbinding van het biologisch afbreekbare afval - en het percolatiewater (water dat door het afval is gesijpeld) afkomstig van de neerslag."
Recuperatie van het percolatiewater
Op de waterdichte laag recupereert een drainagesysteem het regenwater dat doorheen de verschillende afvallagen is gesijpeld. Het percolatiewater wordt vervolgens gekanaliseerd naar het zuiveringsstation.
Terugwinning van het gas
De stortplaats produceert op natuurlijke wijze biogas. De gassen die zich ontwikkelen in de zowat 8 ha biologisch afbreekbaar afval, worden eraan onttrokken door een lichte drukverlaging te creëren in de verticale drainagebuizen, 'ontgassingsputten' genaamd, die in de massa van het afval zijn geplaatst. Dit verzamelde biogas wordt vervolgens naar het verwerkingsstation overgebracht.
“In dit station wordt het biogas afgekoeld (< 4 °C) om er het condensaat uit te halen, aangezien dat een groot deel van de te verwijderen bestanddelen vasthoudt, daarna wordt het ontzwaveld met behulp van een actieve koolstoffilter. Vervolgens dient dit biogas als brandstof voor een motor die aan een alternator is gekoppeld die 500 kW elektrisch vermogen levert, wat neerkomt op het energieverbruik van 700 gezinnen. Als het biogas niet op deze manier kan worden benut, wordt het op 1.200 °C verbrand in een biogasbrander (±3% van de tijd)”, zo vertelt Dimitri Bertholet.
WERKING WATERZUIVERINGSSTATION
Het gerecupereerde percolatiewater wordt naar een bekken gestuurd dat geactiveerd slib bevat. Daar wordt het biologisch bewerkt. Die bewerking bestaat uit een zuivering van stikstof via aerobe nitrificatie en anaerobe denitrificatie.

Aerobe zuivering
Geactiveerd slib bestaat voornamelijk uit micro-organismen die organisch materiaal afbreken, waaronder de stikstofhoudende materialen omgezet in nitraten. Het is dus absoluut noodzakelijk om via beluchting zuurstof toe te voegen aan hun werking. Die zuurstof wordt overgebracht via blowers, de ware long van de installatie, en wordt in fijne luchtbellen verspreid voor een grotere doeltreffendheid. De perslucht die algemeen wordt gebruikt, is afkomstig van blowers van het zuiveringsstation. Drie blowers Aerzen GM25S Delta Blower werken met een druk van 675 mbar. Deze drie blowers draaien om beurten om een te ongelijke slijtage te vermijden. Elke week wordt een blower aangeduid om constant te draaien, een tweede werkt ter aanvulling en de derde dient als back-up. Deze drie toestanden veranderen naargelang van het aantal uren dat elke blower werkt.
Anaerobe zuivering

De volgende fase is de ontbinding van de nitraten. Wij noemen dat de denitrificatie en die wordt teweeggebracht door het slib in een anoxische (zuurstofloze) zone te plaatsen en wordt dus uitgevoerd door anaerobe bacteriën. Bij het CETB is de samenstelling van het percolatiewater veeleer stabiel en constant. De bacteriën die in het bekken leven, hebben zich aan deze samenstelling van het percolatiewater aangepast. Een te grote verandering kan de bacteriën minder actief maken en dus een invloed hebben op de behandeling. Naast de samenstelling van het te behandelen effluent speelt ook het milieu waarin de bacteriën leven, een belangrijke rol.
ONDERHOUD VAN HET BEKKEN
De bioreactor bestaat uit twee concentrische kuipen in gelakt staal met een totale capaciteit van 1.000 m³. De buitenste kuip bevat de aerobe bacteriën en in de binnenste kuip bevinden zich de anaerobe bacteriën. Deze installatie moet om de twee tot drie jaar worden stilgelegd en volledig worden leeggemaakt om ze te inspecteren. Het leegmaken van deze kuip gebeurt in twee fases. Eerst wordt het bovenste gedeelte van het biologische slib weggepompt en tijdelijk opgeslagen; dit gedeelte bestaat voornamelijk uit 'levende' bacteriën die nog altijd aan de behandeling kunnen meewerken.
Daarna wordt de onderste sliblaag verwijderd en naar een gepast verwerkingscentrum gebracht; deze laag bestaat immers uit 'dode' of minder actieve bacteriën en uit andere sedimenten die niet nodig zijn bij het proces. Deze twee types van slib zijn vrij goed met het oog van elkaar te onderscheiden, want het slib met de 'dode' bacteriën is dikker en donkerder.
Zuurstoftoevoer of oxygenatie
“Zodra het actieve slib uit het bekken is verwijderd, is het van essentieel belang dat het gedurende de ingreep (3 à 4 weken) steeds van zuurstof voorzien blijft. Een gebrek aan zuurstof kan die bacteriën doden of ze in een diepe winterslaap doen belanden waaruit ze maar traag 'ontwaken'. Dat betekent dat de bacteriën, wanneer het slib teruggeplaatst is in het bekken, eerst inactief zijn en ze vervolgens langzaamaan weer actief worden. Dit reactiveringsproces van slapende bacteriën kan meerdere weken duren. Vroeger gebeurde het onderhoud zonder beluchting van het slib en duurde het weken vooraleer de reactor weer optimaal functioneerde. Een oplossing voor dit probleem vinden was een van de eerste projecten waaraan ik heb meegewerkt, want het is een risico dat wij niet meer willen lopen. Het vormt immers een gevaar voor de feitelijke werking van dit zuiveringsstation, dat door ons klimaat nooit een gebrek aan te behandelen percolatiewater heeft."
TIJDELIJK BEKKEN
Om het slib tijdens het onderhoud op te slaan werd naast de zuiveringscentrale een tijdelijk bekken gebouwd. In dat bekken wordt een beluchtingsmat ondergedompeld. Dat is eigenlijk een metalen structuur met buisvormige beluchtingsmembranen. In het membraan zitten gaatjes die gesloten blijven door de elasticiteit van het membraan. Als dat membraan onder druk wordt geplaatst door er perslucht in te doen, zwelt dat membraan op en gaan de gaatjes open om de druk te laten ontsnappen in de vorm van fijne luchtbellen. De mat bestaat uit een grote hoeveelheid buisvormige beluchters en elke beluchter op zich is doorboord met duizenden gaatjes die zo een wolk vormen van luchtbellen die de zuurstof vervoeren die de bacteriën nodig hebben.
BLower voor tijdelijk bekken
Voor het tijdelijke bekken was een kleinere installatie nodig die nabij het bekken kon worden geplaatst. “Vanzelfsprekend vind je dat soort van materiaal niet op elke straathoek. Bovendien hadden wij ook de beluchtingsmat nodig, dus zochten wij iemand die ons kon helpen."
Materiaal van Aerzen
“Het zuiveringsstation werd in 2005 volledig afgewerkt opgeleverd. De vaste blowers die in het technische gebouw zijn geïnstalleerd, werden geleverd door Aerzen Belgium", legt de heer Bertholet uit. “Het is dus volkomen vanzelfsprekend dat wij ons tot hen richtten om een tijdelijke oplossing te vinden. Nadien hebben wij ook ons licht opgestoken bij andere firma's, maar uiteindelijk hebben wij toch voor Aerzen gekozen. In de eerste plaats met het oog op de continuïteit, maar ook en vooral omdat de voorgestelde oplossing aan onze behoeften tegemoetkwam."
Huur van blowers

Het door Aerzen Belgium verhuurde materiaal is een groep BVO600, uitgerust met een frequentieregelaar. Met deze frequentieregelaar kan niet alleen de startstroom worden beperkt, maar kan ook het debiet van de machine worden geregeld. Het standaardtransportchassis is ontworpen om met een kraan of een vorkheftruck te worden behandeld. De groep kan buiten worden geïnstalleerd.
Aerzen Belgium leverde ook de volgende benodigdheden:
- Verbindingsleidingen tussen de groep en de beluchtingsplaat;
- Beluchtingsplaat 5 x 2 meter.
De verhuur van compressoren en blowers is geen niche waarin Aerzen zich speciaal profileert, maar het is een zeer goed uitgebouwde extra dienstverlening die kan worden aangeboden dankzij de grote voorraad aan blowers en de logistieke mogelijkheden die bijdragen tot een vlottere organisatie van dit soort van tijdelijke projecten of van onverwachte voorvallen zoals een ernstige storing. Huren is mogelijk voor om het even welke periode. In het geval van het CETB is het materiaal gedurende bijna drie weken ter plaatse gebleven. Terwijl er vrij regelmatig materiaal wordt verhuurd, is het voor Aerzen uitzonderlijk om leidingen en een beluchtingsmat te ontwerpen en te verwezenlijken. Voor het ogenblik toch nog, want doordat dit project zo goed is verlopen, is er bij de verschillende betrokken diensten interesse ontstaan om nog unieke projecten uit te voeren indien een klant daar nood aan heeft.
BEOORDELING
“Dit omvangrijke project is op een ontspannen manier verlopen, in de zin dat er een technische vergadering is geweest, waarna hun voorstel volgde. Hun oplossing was elegant, het materiaal werd vlot geïnstalleerd en de installatie werkte zonder strubbelingen. Na het onderhoud en nadat het slib weer in zijn bekken was gebracht, is de reactor in minder dan twee dagen tijd weer opgestart. En dat was ook zo bij de twee onderhoudsbeurten die wij sindsdien hebben uitgevoerd. De beluchtingsmat heeft intussen een verbeterde versie gekregen om die nog makkelijker te kunnen plaatsen, ongeacht de diepte van het bekken."