"IN VERWARMINGSSECTOR HEEFT ENERGIETRANSITIE NOG NIET PLAATSGEVONDEN"
POTENTIEEL MOET DRINGEND AANGEBOORD WORDEN
Er zijn te veel luilakken in de energiediscussie. Met die boude stelling stak Thomas Nowak tijdens het elfde Warmtepompsymposium van wal. Als secretaris-generaal van de European Heat Pump Association (EHPA) liet Nowak er zijn licht schijnen over de Europese verwarmingsmarkt en de beleidsinitiatieven die daaraan gekoppeld worden. Geen rooskleurig plaatje, zo blijkt, want volgens Nowak is het niet alleen zo dat de energietransitie in de verwarmingssector nog niet heeft plaatsgevonden; heel wat signalen wijzen erop dat dat ook niet meteen zal veranderen. Of wordt er toch actie ondernomen? We maken de balans op.
PIJNLIJKE DISCREPANTIE
Op 8 oktober verscheen het langverwachte (en onrustbarende!) VN-klimaatrapport. Het IPCC zet daarin de gevolgen van een klimaatopwarming van 1,5 °C uiteen - de meest ambitieuze doelstelling van het Parijse klimaatakkoord van 2015 - en waarschuwde ondertussen dat het behalen van die ambitie steeds moeilijker wordt. Het kán weliswaar nog, maar dat zal drastische aanpassingen vergen. Een CO2-neutrale maatschappij tegen 2050, bijvoorbeeld, en heel wat ambitieuzere maatregelen vanwege het beleid.
De realiteit toont helaas een opvallend ander beeld. Zo illustreerde Nowak dat de CO2-emissies, na een aantal jaren van stagnatie, vandaag opnieuw in stijgende lijn gaan. En wat met het nieuwe akkoord van de Europese lidstaten - amper één dag na de publicatie van het VN-rapport - waarin gesteld wordt dat de uitstoot van wagens tegen 2030 met slechts 35% gereduceerd moet zijn, terwijl het Europees Parlement oorspronkelijk voor 40% gepleit had?

SLECHTE LEERLING
De verwarmingssector speelt in deze geen onbelangrijke rol. Nowak: “Wat betreft koeling en verwarming, spreken we in Europa over een vraag van ruim 6.000 TWh. Dat zijn enorm veel toestellen. Het overgrote merendeel daarvan is echter nog steeds gas- of stookoliegestookt." Slechts 19,6% van de totale vraag wordt ingevuld door hernieuwbare-energiebronnen zoals warmtepompen. "Het is een begin," geeft Nowak toe, “en we zien stilaan ook een stijging in de verkoop van warmtepompen, maar het moet allemaal véél sneller. De energietransitie heeft in de verwarmingssector nog niet plaatsgevonden, en de tijd dringt."
Potentieel
“Neem nu de hele discussie over schone lucht", illustreert Nowak. “Beleidsmakers in de steden kijken daarvoor steevast naar het verkeer. Terwijl quasi alle huizen, rij na rij, met verbrandingstoestellen verwarmd worden. Vervang je die door alternatieve verwarmingstechnologieën, dan kom je al een heel eind." Er huist met andere woorden nog flink wat potentieel in de verwarmingssector. De vraag is of we dat in de nabije toekomst ook effectief zullen aanboren. Nowak toont zich daar eerder sceptisch over. Vooral in de huidige beleidslijn bemerkt hij heel wat alarmsignalen, al blijken er ook een aantal positieve initiatieven op te merken. Is de toekomst hopeloos of mogen we toch nog hoopvol zijn?
HOPELOOS …
Emissienormen
De Europese emissienormen tonen volgens Nowak in ieder geval een totaal gebrek aan ambitie. “Het oorspronkelijke doel om tegen 2020 een reductie van 40% (ten opzichte van de uitstoot in 1990, nvdr) te realiseren, gaat niet meer op", weet hij. “Vandaag gaat het om 2030 en blijkt het onmogelijk om boven die oorspronkelijke ambitie uit te stijgen. Het voorstel om voor een uitstootreductie van 45% te gaan, werd meteen van tafel geveegd. Het is een absurde situatie. Enerzijds zitten we met wetenschappers die aantonen dat er enorme stappen genomen moeten worden, anderzijds zijn er heel wat lidstaten die hun ambitieniveau weigeren op te trekken."
Elektriciteitskosten
Natuurlijk is het meer dan enkel een kwestie van normen en ambities. De keuze voor een warmtepomp of een ander alternatief moet bovenal ook economisch interessant zijn. Net dat blijkt in de meeste lidstaten nog problematisch. “De balans tussen gas- en elektriciteitskosten ligt in heel wat landen in onevenwicht", aldus Nowak. “In België ligt de prijs voor elektriciteit maar liefst 4,5 maal hoger dan die voor gas! Als je dat vergelijkt met de situatie in Zweden, waar elektriciteit slechts 1,5 keer zo duur is als gas, dan is het misschien niet verwonderlijk dat de markt van warmtepompen daar heel wat groter is. Zelfs een warmtepomp met lage efficiëntie is er immers al economisch interessant."
België is overigens niet zomaar de slechtste leerling van de klas inzake kostenbalans. Opvallend is dat de evolutie nog steeds uitdrukkelijk de verkeerde kant opgaat. Terwijl de gasprijzen daalden, zijn de kosten voor elektriciteit de voorbije jaren immers blijven stijgen. “Het lijkt wel alsof de Belgische overheid het gebruik van elektriciteit, in het bijzonder voor verwarming, zo onaantrekkelijk mogelijk wil maken."

Belastingen
Nowak wijst in deze ook op de rol van het belastingbeleid. “In quasi alle lidstaten wordt elektriciteit hoger belast dan gas. Soms is dat verschil beperkt - in Malta, Polen of Nederland bijvoorbeeld, maar het kan ook heel erg oplopen. In België wordt elektriciteit per kWh 0,10 euro meer belast dan gas. In Duitsland en Denemarken loopt dat zelfs op tot, respectievelijk, 0,15 en 0,18 euro."
Subsidies
En dan is er nog een discrepantie: de subsidies. “Ondanks tal van overeenkomsten wordt er nog heel wat uitgegeven aan subsidies voor fossiele brandstoffen", weet Nowak. “Hoeveel precies, dat is moeilijk te bepalen, omdat elke lidstaat het anders aanpakt, maar cijfers van onder andere het CAN (The Climate Action Network Europe) wijzen uit dat het om honderden biljoenen euro's gaat."
… OF HOOPGEVEND?
Noorwegen als goede voorbeeld
Aan de andere kant van de balans put Nowak nochtans wel hoop uit de situatie in Scandinavië. Warmtepompen doen het, ondanks de hogere belastingen op elektriciteit, bijvoorbeeld erg goed in Denemarken en Noorwegen spant met de verkoop van 34,3 warmtepompen per 1.000 huishoudens de absolute kroon. “Als warmtepompen in die landen, met hun onbarmhartige omstandigheden, zo goed kunnen functioneren," besluit Nowak, “dan kunnen ze dat zeker ook in de andere lidstaten. Het is dus niet te ambitieus om ook in België, Nederland, Duitsland … naar een dergelijk marktaandeel te streven."
Doelstelling hernieuwbare energie
Daarnaast stellen de herziene politieke doelstellingen dat het aandeel van hernieuwbare energie tegen 2030 minimaal 32% moet bedragen. “Wellicht nog belangrijker," stelt Nowak, “is dat er voor de verwarmingssector ook een minimale jaarlijkse stijging van 1,3 percentpunten aan vasthangt. Dat betekent dat overheden niet anders kunnen dan actie ondernemen. Halen we de oorspronkelijke Europese doelstelling van 20% tegen 2020 en houden we ons aan die 1,3 pp, dan hebben we tegen 2030 in ieder geval de 32% overschreden."

Renovatiestrategieën
Ook hoopgevend is de herziening van de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD), waarbij de pijlen steeds meer op renovaties gericht worden. Een niet te onderschatten sector voor de energietransitie, weet Nowak. “Lidstaten worden vanaf heden verplicht om een langetermijnstrategie uit te denken voor de renovatie van hun gebouwenbestand, met als doel volledige CO2-neutraliteit. Ook daar zal het dus moeilijker worden om fossiele brandstoffen te blijven betrekken."
Doelstelling energie-efficiëntie
Volgens de nieuwe politieke doelstellingen moet overigens ook de energie-efficiëntie verder omhoog. Werd voor 2020 een stijging van 20% vereist, dan ligt het doel voor 2030 op 32,5%. Opnieuw een stap in de goede richting, al maakt Nowak nog een belangrijke kanttekening: “De doelstellingen voor hernieuwbare energie zijn bindend; die voor energie-efficiëntie enkel indicatief. Het is alsof de lidstaten er zelf niet helemaal in geloven, wat weinig goeds voorspelt voor de concrete maatregelen die eruit moeten volgen."
Energy road map 2050
Ten slotte is er nog de nieuwe low-carbon Energy Road Map, die momenteel in voorbereiding is en een volledige uitstootreductie tegen 2050 vooropstelt. Gesprekken daarover zijn volop aan de gang en de betrokken commissies zullen zich expliciet richten op het analyseren van de economische, sociale en maatschappelijke transformaties die het politieke debat zullen moeten informeren.
SECTOR MOET ZICH KLAARSTOMEN
Zou de balans uiteindelijk dan toch de juiste kant ophellen? Dat een volledig CO2-neutrale maatschappij tegen 2050 technisch mogelijk is, daar twijfelt Nowak in ieder geval niet aan. Maar dan moet ook de sector actie ondernemen, en wel meteen. “Stel dat de positieve initiatieven effectief de bovenhand halen," verduidelijkt Nowak, “en dat we ons binnenkort dus met Noorwegen mogen meten. Dan moeten we zorgen dat we daar als warmtepompsector klaar voor zijn. Dat betekent dat we op heel wat vragen nog een antwoord moeten vinden. Hebben we bijvoorbeeld de nodige oplossingen voor de renovatiesector of meergezinswoningen? Hebben we de productiecapaciteit? Hoe kunnen we ons op warmtenetten aansluiten? Zijn al onze warmtepompen klaar om met het grid te communiceren en gebruik te maken van flexibele tarieven?“ De boodschap is duidelijk: zowel overheid als verwarmingssector moet zich achter de energietransitie scharen.