HOE OVERZETPLINTEN PLAATSEN
Wil of hoef je je oude plinten niet uit te breken, dan zijn overzetplinten een goede oplossing. Lees hier hoe je deze eenvoudig kan plaatsen.
VOORBEREIDING
Maak de bestaande plint stof- en vetvrij. De montage gebeurt eenvoudigweg met de aangepaste lijmsoort, afhankelijk van de ondergrond.
Binnenshuis, poreus en droog wordt een sterke watergebaseerde acrylaatlijm aangeraden. Voor montage buitenshuis, niet-poreus (zoals een keramische tegel) of in vochtige ruimtes wordt een nog krachtiger MS-Polymeerlijm aanbevolen.
Meet vervolgens de binnen- en buitenhoeken met behulp van een hoekmeter of een zweihaak. Het is belangrijk om de plinten die in de hoeken komen eerst in verstek te zagen zodat de twee uiteinden in de hoek mooi aansluiten.
Wanneer de vloer niet waterpas ligt, trekt je best eerst een waterpaslijn. Het hoogste punt wordt als referentiepunt genomen. Duid aan hoe hoog de plint komt en trek die lijn dan waterpas door over de gehele ruimte. Plaats dan de plinten en kit de voeg op de plaats waar de vloer iets lager ligt netjes af.
PLINTEN BEVESTIGEN
Breng de lijm aan over de volledige lengte van de geïntegreerde lijmgroeven. Druk dan stevig aan en verwijder de overtollige lijm met een aangepast product. Voor de hoeken gebruik je een specifieke lijm. Druk de hoeken stevig naar elkaar toe.
AFWERKING
Naden dienen altijd met een daarvoor bestemde nadenlijm verbonden te worden. De overzetplint is meestal reeds voorzien van een witte primer op waterbasis, wat zorgt voor een glad, mat oppervlak met een prima hechting. Na plaatsing laat je de overzetplint gewoon wit, of schilder je hem.