Voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding
Stijging van het aantal voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding
Op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten van Statbel, het Belgische statistiekbureau, had 7,0% van de jongeren tussen 18 en 24 jaar geen diploma secundair onderwijs behaald en volgden ze geen onderwijs of opleiding meer in 2024.
Na verschillende jaren van daling, kwam er met een stijging van 0,8 procentpunt in vergelijking met het voorgaande jaar een einde aan deze tendens.
Uitroeien van de vroegtijdige schoolverlaters tegen 2030
Hoewel het cijfer sinds het begin van de jaren 2000 bijna gehalveerd is, is dit nog steeds onvoldoende om de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG, Sustainable Development Goals) te behalen, namelijk het volledig uitroeien van de vroegtijdige schoolverlaters tegen 2030.
Sinds deze indicator voor het eerst werd bijgehouden, kan er een aanzienlijk verschil tussen de geslachten worden vastgesteld. In 2024 ging het om 9,2% van de mannen van 18 tot 24 jaar ten opzichte van 4,8% van de vrouwen.
Dit verschil is bijzonder hoog in Wallonië en Brussel, waar het verschil respectievelijk 4,6 en 7,5 procentpunt bedraagt, terwijl het verschil in Vlaanderen 3,6 procentpunt is.
Enquête naar de arbeidskrachten (EAK)
De steekproefenquête naar de arbeidskrachten is een enquête bij particuliere huishoudens, die over het hele jaar wordt gehouden. Ze is gebaseerd op de antwoorden van bijna 123.000 personen (respondenten) op actieve leeftijd (15 jaar en ouder).
Haar voornaamste doelstelling is de populatie op actieve leeftijd (vanaf 15 jaar) op te delen in drie groepen (nl. werkende personen, werklozen en niet-actieve personen), en over elk van deze categorieën beschrijvende en verklarende gegevens te verstrekken. Deze enquête wordt ook in de andere EU-lidstaten uitgevoerd en wordt gecoördineerd door de statistische dienst van de Europese Unie, EUROSTAT. In België wordt de EAK georganiseerd door Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium).
De bedoeling is informatie te vergaren die op Europees vlak vergelijkbaar is, o.m. inzake werkgelegenheids- en werkloosheidscijfers overeenkomstig de definities van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB), en daarnaast gegevens te verzamelen en te verspreiden die elders niet verkregen kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn mobiliteit van de werknemers, motivatie voor deeltijds werken, de verschillende vormen van tijdelijke arbeid, beroep, onderwijsniveau van de bevolking op beroepsactieve leeftijd,…