Verborgen en minder gekende ziekmakers op de werf
Kanker en andere ernstige aandoeningen op de bouwplaats

Bouwmaterialen kunnen stoffen bevatten die ernstig gevaar opleveren voor de gezondheid. Historisch gezien werden toxische materialen zoals asbest en loodverbindingen op grote schaal toegepast, voordat hun risico's bekend waren. Ook in moderne bouwmaterialen kunnen schadelijke chemicaliën aanwezig zijn. We overlopen samen met Lode Godderis, hoogleraar arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven en CEO bij preventiedienst IDEWE, de grootste risico's, oplossingen en wetgevingen. Joeri Luts, Adjunct-administrateur-generaal bij Fedris, licht toe welke boetes u als werkgever riskeert bij het overtreden van veiligheidsvoorschriften.
Top 5 gevaarlijkste stoffen
Wellicht staat asbest bovenaan de lijst, maar welke producten of bouwmaterialen vervolledigen de top vijf van gevaarlijkste stoffen?
"Het is moeilijk om hier een duidelijke lijn in te trekken, aangezien elke stof een ander effect op het lichaam heeft. Alles hangt af van de criteria die u hanteert: kijkt u naar de ernst van de gezondheidseffecten, de frequentie van blootstelling of het aantal getroffen werknemers?", vertelt Lode Godderis.

Wat is het risico bij deze stoffen?
"Asbest staat bovenaan omdat bij de vergelijking tussen kanker en astma veelal de reactie 'liever geen kanker' komt. De vezels die bij asbest vrijkomen, kunnen leiden tot ziekten zoals longkanker, mesothelioom (buikvlieskanker) en asbestose (chronische longaandoening). Dat wil iedereen vermijden, daarom wordt asbest als meest gevaarlijke stof gezien."

"Een andere grote boosdoener is kristallijn silicastof, beter bekend als kwartsstof. De stof komt vrij bij activiteiten zoals zagen, boren of slijpen van beton, steen of baksteen. De risico's bij deze stof zijn ernstig: silicose, een ongeneeslijke longaandoening, maar ook COPD, een chronische obstructieve longziekte, wordt eraan gelinkt. "
"Daarnaast zijn er stoffen die in mindere mate kanker veroorzaken, maar wél zorgen voor acute of allergische reacties. Denk aan isocyanaten, veelgebruikt bij het spuiten van purschuim of bij bepaalde coatings. Deze stoffen zijn sterk sensitiserend en veroorzaken beroepsastma, allergische rhinitis (neusontstekingen) en zelfs huidallergieën."
"Bij oplosmiddelen, die veelal aanwezig zijn in verf en coatings, kan huidirritatie en irritatie van de luchtwegen optreden. Ook OPS (Organisch Psychosyndroom, ook wel bekend als schildklierziekte) kan optreden bij een te grote blootstelling aan oplosmiddelen."
"Naast oplosmiddelen kunnen epoxyharsen en amines ook huidirritaties veroorzaken. Deze stoffen komen voor in vloercoatings en composieten. Contacteczeem of een ontsteking van de huid zijn hierbij vaak voorkomende symptomen"

Stoffen buiten de top 5
De focus ligt veelal op deze vijf stoffen. Zijn er stoffen die buiten de top 5 vallen, maar daarom niet minder schadelijk zijn?
"Stoffen die net buiten de top 5 vallen, zijn o.a. cementchromaten. Dit zijn chemische verbindingen die ontstaan tijdens de productie van cement en die allergische contactdermatitis en eczeem kunnen geven bij handmatig betonstorten. En dan zijn er nog stoffen zoals formaldehyde (aanwezig in spaanplaat, MDF of multiplex), die eerder acute irritatie veroorzaken. Ook oplosmiddelen in verven en lakken kunnen op termijn schade aan het zenuwstelsel of de lever geven."
"Verder zijn er in oudere gebouwen nog de houtbeschermingsmiddelen die gebruikt werden voor de bescherming van het dakgebinte. Deze beschermingsmiddelen kunnen heel wat gevaarlijke stoffen bevatten die tot risico's kunnen leiden als het hout wordt bewerkt. Tot slot kan er in het verwijderen van verschillende soorten isolatie, zoals glas- en steenwol en het voorgenoemde purschuim, ook gevaar schuilen. Sommige van deze stoffen staan gekend voor het veroorzaken van longkanker."

De laatste jaren is er veel te doen rond PFAS. Welke risico's houdt deze stof in voor grondwerkers?
"Het opvallende aan PFAS is dat deze stof in heel diverse omgevingen en sectoren te vinden is. Hierdoor kan PFAS op onverwachte plaatsen opduiken, wat het risico op blootstelling moeilijk voorspelbaar maakt. Wanneer PFAS wordt aangetroffen, betreft het vaak blootstelling in specifieke contexten, zoals bij grondwerken waar vervuilde grond een risico vormt."
"De grootste bezorgdheid bij PFAS draait rond de hormoonverstorende werking. Er zijn immers aanwijzingen dat PFAS de hormonale balans van het lichaam kan verstoren, wat kan leiden tot een breed scala aan gezondheidsproblemen. Denk aan fertiliteitsstoornissen, stofwisselingsproblemen zoals overgewicht, en in sommige gevallen zelfs kanker. Het probleem is dat het wetenschappelijk nog steeds moeilijk is om het risico van deze stoffen goed te voorspellen op individueel niveau. In tegenstelling tot andere stoffen waarvoor duidelijke grenswaarden en risicoprofielen bestaan, zijn er voor hormoonverstorende stoffen zoals PFAS nog onvoldoende betrouwbare testen beschikbaar. Verdere studie en ontwikkeling van testmethoden is dan ook noodzakelijk."
We hoorden dat PUR binnen enkele jaren, zeker bij sloop en heropbouw, zou kunnen gezien worden als het nieuwe asbest. Klopt dit?
"Aangezien beide stoffen een ander gezondheidseffect hebben, dient PUR niet als het nieuwe asbest beschouwd te worden. Het is, net zoals bij de top 5, van belang om te kijken naar wat u het belangrijkst vindt. Asbest kan leiden tot kanker, PUR leidt tot kortademigheid en jeuk. Beide stoffen zijn te vermijden en er dienen bij allebei beschermingsmaatregelen genomen te worden, maar ze staan niet gelijk aan elkaar."

Bij werkzaamheden worden vaak diverse soorten machines ingezet, zoals graafkranen, bulldozers en heftrucks. Wat met de uitstoot van die machines op de werf?
"Veel van de machines worden gebruikt in de buitenlucht, wat een groot verschil maakt in vergelijking met werkzaamheden in een gesloten hal of magazijn. In open lucht is er doorgaans sprake van betere ventilatie, wat leidt tot verdunning van schadelijke stoffen en dus lagere concentraties in de ademlucht. Dit vormt een contrast met situaties waarin zware machines in een afgesloten ruimte draaien, zoals in een magazijn, waar de ventilatie vaak beperkter is en de blootstelling aan schadelijke stoffen aanzienlijk hoger kan zijn."

Afgelopen tijd hebben we verschillende hete dagen gehad met veel zonlicht en uv-straling. Welke impact heeft de zon?
"Naar de impact van de zon op bouwvakkers is al heel wat onderzoek gedaan. Ook hier hangt de impact op de gezondheid af van het aantal uren dat iemand eraan blootgesteld werd. Om het effect toch min of meer te kunnen inschatten, gaat men kijken naar het cumulatief effect op buitenwerkers, over de jaren heen. Dat effect wordt dan in verband gebracht met bepaalde huidproblemen."
"Denk bij die huidproblemen bijvoorbeeld aan actinische keratose (een ruw plekje op uw huid) of andere types kankers, veroorzaakt door een teveel aan uv-straling. Bij bescherming tegen de zon is vooral goed beschermende kledij van belang. Bij warme temperaturen gebeurt het dat werkmannen in ontbloot bovenlijf werken, maar eigenlijk wordt in hun geval kledij met lange mouwen aangeraden. Vandaag de dag zit er heel wat innovatie in kledij voor werkmannen, waardoor er nu ook al kleding te vinden is die verkoelend kan werken."
Beschermingsmaatregelen
Op welke manier kunnen werknemers zich het best beschermen tegen gevaarlijke stoffen?
"Bij renovaties moet er gewerkt worden op maat van de situatie of omstandigheden, wat betekent dat u vaak werkt in een bestaande structuur met oncontroleerbare omstandigheden. Volledige vrijheid van blootstelling is dan zelden haalbaar. Toch zijn er verschillende manieren waarop u de inademing van of blootstelling aan stoffen kunt inperken."
"Een voorbeeld daarvan is het bevochtigen van zones, zoals bij asbestverwijdering. Door oppervlakken vochtig te maken, dalen de stofdeeltjes naar beneden en worden ze minder snel ingeademd. Een andere maatregel die vaak wordt toegepast bij asbestverwijdering, is het creëren van onderdruk in de ruimte. Zo wordt vermeden dat vezels zich verspreiden in de lucht."
"Dergelijke methodes vallen onder de collectieve preventiemaatregelen. Deze zorgen ervoor dat de werknemer zelf minder of geen blootstelling ondervindt."

Bestaan er ook persoonlijke beschermingsmiddelen?
"Inderdaad. Collectieve maatregelen worden vaak gecombineerd met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's), zoals het dragen van een masker en handschoenen."
"Wat daarbij essentieel is, zeker bij chemische stoffen, is het besef dat niet elk masker of elke handschoen geschikt is voor elk product. Er bestaan verschillende types PBM’s, afhankelijk van de aard van de stof. Een masker dat beschermt tegen formaldehyde is bijvoorbeeld niet noodzakelijk geschikt voor tolueen (het belangrijkste bestanddeel van thinner). Hetzelfde geldt voor handschoenen."
"De belangrijkste tip hierbij is: raadpleeg altijd de Safety Data Sheet (SDS) van het product waarmee u werkt. Die fungeert als een soort bijsluiter en vermeldt welk type masker en handschoen vereist is."

De link tussen ziekte en job
Wanneer een werknemer gezondheidsklachten ontwikkelt, moet onderzocht worden of er een link is met het beroep van de patiënt. Hoe gaat zo'n onderzoek in zijn werk?
"Om te weten of een ziekte kan worden gelinkt aan het beroep van de patiënt, moeten drie zaken worden bekeken. Enerzijds kijkt men naar de aandoening, anderzijds naar de blootstelling. Tot slot onderzoekt men de mate van relatie tussen de twee. Een eerste belangrijke stap is om een duidelijk en volledig overzicht te krijgen van de stoffen waarmee een bouwvakker in contact komt. Deze blootstellingen zijn vaak zeer divers en potentieel schadelijk."
"In één studie bleek dat één op de drie een huidprobleem had, veroorzaakt door stoffen zoals chromaten in cement, epoxyharsen of nikkel", vertelt Lode Godderis
"De tweede stap is het bepalen van de mate van blootstelling. Een lage blootstelling is uiteraard minder zorgwekkend dan een hoge. Voor veel chemische stoffen zijn er grenswaarden vastgelegd: concentraties waaronder geen schadelijke effecten verwacht worden bij normaal gebruik. Wanneer een blootstelling boven deze grenswaarde ligt, ontstaat er een reëel gezondheidsrisico. In het kader van de risicoanalyse is het dus belangrijk om de frequentie en duur van de blootstelling in kaart te brengen, alsook te toetsen of deze blootstelling de wettelijk bepaalde grenswaarden overschrijdt."

"De derde stap is het analyseren van mogelijke verbanden tussen blootstelling en gezondheidseffecten. Hierbij is het cruciaal om aandacht te hebben voor patronen in klachten. Bij een medewerker die last heeft van kortademigheid, is het belangrijk om te observeren wanneer die klachten optreden. Vragen als: 'Treedt de benauwdheid voornamelijk op tijdens de werkweek?' en 'Worden de klachten erger van maandag tot vrijdag, en verbeteren ze in het weekend?' zijn cruciaal. Zo'n patroon wijst vaak op een beroepsgerelateerde oorzaak, maar wordt dikwijls verkeerd geïnterpreteerd als hooikoorts of een allergie."

Gevolgen voor werkgever
In België is het systeem rond beroepsziektes zo opgezet dat er in principe geen directe gevolgen zijn voor de werkgever. De afhandeling van dergelijke gevallen gebeurt hoofdzakelijk via de bevoegde instanties, zonder dat de werkgever automatisch sancties opgelegd krijgt. Toch kunnen er bij ernstige of flagrante inbreuken sancties zijn. "In het geval van een inbreuk, wordt een onderzoek opgezet tussen Fedris (het Federaal agentschap voor beroepsrisico's) en de FOD WASO (Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg). Hierbij zal de arbeidsinspectie een controle uitvoeren. Indien hierbij inbreuken worden vastgesteld, kan dit leiden tot boetes tussen de €80 en €28.000 of andere sancties voor de werkgever", klinkt het bij Joeri Luts.
Grenswaarden
Is de grenswaarde voor alle stoffen gelijk?
"Neen, elke stof heeft een ander effect. Voor veel chemische stoffen is er een veilige grenswaarde vastgelegd: een drempel waaronder blootstelling normaal geen schade veroorzaakt. Deze waarden zijn cruciaal voor risicoanalyses, maar gelden niet voor alle stoffen. Sensitiserende stoffen, zoals epoxyharsen of nikkel, vormen een uitzondering. Ze kunnen al bij lage blootstelling een allergie veroorzaken en blijven klachten geven, zelfs onder de grenswaarde."

Is er een kans dat de grenswaarde voor bepaalde stoffen verlaagd wordt?
"Ja. Wanneer blijkt dat blootstelling onder de bestaande grenswaarde toch gezondheidsproblemen veroorzaakt, wordt de waarde verlaagd. Zo werd recent de grenswaarde voor lood op Europees niveau aangepast."
"Ook voor asbest wordt de grenswaarde tegen 2029 verlaagd van 100.000 naar 2.000 vezels/m³. In België gebeurt dat stapsgewijs, met een eerste verlaging naar 10.000 vezels/m³ in december 2025."
Grenswaarde lood
De Europese Unie heeft de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan lood verlaagd om de gezondheid van werknemers beter te beschermen. De nieuwe grenswaarde voor lood is verlaagd van 0,15 mg/m³ naar 0,03 mg/m³. Daarnaast is de biologische grenswaarde voor lood in het bloed verlaagd van 70 µg/100 ml naar 15 µg/100 ml, met een overgangsperiode tot 2029 waarin een waarde van 30 µg/100 ml geldt.

Richtlijnen in Europa
Is er een verschil in richtlijnen tussen landen?
"Er bestaan verschillende instanties die zich bezighouden met het uitwerken van grenswaarden. Op Europees niveau is er de REACH-wetgeving, die wordt opgezet door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). REACH staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische stoffen. Het moet onze kennis over de inherente risico’s van chemische stoffen aanscherpen zodat we ze in alle veiligheid kunnen gebruiken. Dat betekent dat als stoffen gebruikt worden, die eerst goedgekeurd moet worden door REACH."
"Belangrijk om weten is dat er momenteel wel meer stoffen op de werkplek aanwezig zijn en gebruikt worden, dan dat er stoffen in (her)evaluatie zitten. ECHA heeft de opdracht gekregen om samen met de verschillende instanties de grenswaarden in de toekomst te begeleiden en harmonisatievoorstellen te doen, wat momenteel nog niet het geval is. Die verantwoordelijkheid ligt momenteel bij de landen zelf. De kans is dus reëel dat de grenswaarde van een bepaalde stof in België anders is dan die in Frankrijk, Polen of Noorwegen."

De statistieken
Zijn er concrete cijfers van hoe vaak mensen ziek worden van een bepaalde stof?
"Er bestaan verschillende studies die in kaart brengen hoe vaak bepaalde gezondheidsproblemen voorkomen in de bouwsector. Daarbij zijn echter wel enkele belangrijke kanttekeningen te maken. Sommige mensen die bijvoorbeeld astma ontwikkelen door werkomstandigheden, ervaren kortademigheid bij het uitvoeren van hun job. In veel gevallen beslissen zij om van job te veranderen, maar deze groep wordt vaak niet gediagnosticeerd en komt dus niet in de statistieken terecht. Met andere woorden: wie gezondheidsklachten ervaart op het werk, zoekt soms ander werk, waardoor de cijfers een vertekend beeld kunnen geven van de werkelijke situatie."

"Daarnaast richten studies zich vaak op de frequentie van specifieke aandoeningen binnen een beroepsgroep, zonder altijd de ernst of de impact op de werkcapaciteit te duiden. Een voorbeeld is contacteczeem (contactdermatitis) bij bouwvakkers: in één studie bleek dat één op de drie een huidprobleem had, veroorzaakt door stoffen zoals chromaten in cement, epoxyharsen of nikkel. Wanneer men systematisch naar dit soort problemen kijkt, blijkt dat huidklachten vrij frequent voorkomen. Toch leidt dit niet altijd tot werkonbekwaamheid. Soms stelt men de aandoening wel vast, maar heeft de werknemer er weinig tot geen hinder van tijdens het werk."
"Een tweede belangrijke nuance is de aard van het onderzoek zelf. Meestal gaat het om associatiestudies: men onderzoekt de relatie tussen een bepaalde blootstelling (zoals chemische stoffen) en het voorkomen van een aandoening, bijvoorbeeld astma. Dergelijke studies tonen vaak een positieve correlatie aan, maar geven geen volledige zekerheid over oorzaak-gevolg."