BESLISSINGEN WETGEVER DISCRIMINEREN NIEUWBOUW
JOOST CALLENS EN OPVOLGER LOUIS AMORY LEGGEN PROBLEMEN BOUWSECTOR BLOOT
In februari mocht Louis Amory officieel de fakkel overnemen van Joost Callens als voorzitter van de Federatie van Ontwikkelaars-Woningbouwers. Dat is een beroepsfederatie binnen de Confederatie Bouw. In een dubbelinterview gingen de twee volmondig in op de problematiek rond energieverslindende woningen, de trends in de sector en het belang van een verenigde stem voor bouwondernemingen. “Bepaalde zaken kan je beter samen bereiken, en dat is wat de Federatie van Ontwikkelaars-Woningbouwers probeert na te streven", aldus Amory. De plaatsvervangende voorzitter staat volledig achter het beleid van zijn voorganger.
VOORZITTERSWISSEL
De Federatie voor Ontwikkelaars-Woningbouwers was een initiatief van verschillende woningbouwers en werd zes jaar geleden in het leven geroepen. Sindsdien is Joost Callens (CEO Durabrik) voorzitter van de Federatie, maar nu geeft hij de fakkel door aan Louis Amory. Onder de koepel van de Confederatie Bouw worden er heel wat afzonderlijke federaties opgericht die gelijklopende belangen van verschillende beroepsgroepen vertegenwoordigen.
“We merkten dat woningbouw een heel specifiek segment was dat veel klanten en burgers raakte", gaat Callens van start. “Ik vond het daarom belangrijk dat er een specifieke stem was voor de sector die wetgevingen hielp stroomlijnen. Daarom richtte ik de Federatie van Ontwikkelaars-Woningbouwers op." Er liggen continu dossiers op tafel bij de Federatie, die door middel van het aanmaken, aanpassen of perfectioneren van de wetgeving, worden behandeld. “Door de krachten en visies te bundelen van honderden woningbouwers, geraken we kilometers verder, en dat is een van de belangrijkste realisaties binnen de Federatie", aldus Joost Callens.
Ook Louis Amory sluit zich daarbij aan. “Bepaalde dingen kan je beter samen bereiken. Volgens mij is het ook een burgerplicht om foutieve handelingen van aannemers aan te pakken", vertelt Amory. “We hebben heel wat goede wetgevingen, maar die worden niet altijd toegepast." Amory wijst hierbij met de vinger naar de problematiek van de Wet-Breyne, waar er geen enkel controlemechanisme voor beschikbaar is. “Die wet dient als een ongelofelijke bescherming voor de consument. Daarom hebben we een sterk Charter der Woningbouwers (zie kaderstuk) gecreëerd en blijven we die versterken. Dat is onze toekomst." Het komt nog dagdagelijks voor dat bedrijven bepaalde regelgevingen niet naleven of toepassen. Het Charter vormt daarom een belangrijk instrument voor de respectering van heel wat regels, voornamelijk de Wet-Breyne. “We vertrouwen erop dat elk lid dat ons logo draagt, te vertrouwen is en onze principes verdedigt", bevestigt Amory.

JOOST CALLENS
Joost studeerde Toegepaste Economische Wetenschappen aan de KU Leuven, nadien volgde hij nog een opleiding vastgoedkunde.
- 1991-1993: De Vaderlandsche: productie-inspecteur;
- 1993-1995: Brachot-Hermant natuursteen: verantwoordelijke interne verkoopdienst;
- 1995-NU: Durabrik: van sales- naar commercieel directeur tot CEO.
Bij Durabrik hielp Callens ook heel wat Awards in de wacht slepen, waaronder Trends Gazelle, Gezondste Bedrijf 2010-'11, HR Ambassadeur Award 2015 en CSR Professional of the Year 2017.
LOUIS AMORY

Louis studeerde Toegepaste Wetenschappen aan de UCL. In 1989 studeerde hij af als Burgerlijk Ingenieur Elektromechanica aan de KU Leuven. In 2012 behaalde hij ook het certificaat voor bestuurseffectiviteit.
- 1990-1991: American Telephone and Telegraph: ingenieur telecommunicatieontwikkeling;
- 1991-2007: Bain & Company: partner;
- 2007-NU: Maisons Blavier Saint-Georges-sur-Meuse: algemeen directeur.
Daarbovenop bekleedde Amory ook heel wat andere functies, waaronder voorzitter van de Raad van Bestuur bij WorldSkills België en de Federatie van Ontwikkelaars-Woningbouwers.
POLITIEKE EENHEID
Volgens de Federatie ligt er een heel groot probleem bij de verschillende gewesten in ons land. “Wanneer we bijvoorbeeld spreken over het klimaatprobleem, dat een globaal probleem is, zijn er drie verschillende wetgevingen in ons land", stelt Callens. “Ook in de bouw is dat niet anders en gelden er andere regels in Vlaanderen, Brussel en Wallonië." Het is dan ook een van de grote aandachtspunten in de Federatie om die verschillende wetgevingen op eenzelfde lijn te krijgen. Maar het is niet gemakkelijk.
"We kunnen uiteraard niet het hele stelsel van België veranderen, maar we moeten in het achterhoofd houden dat we allemaal dezelfde doelstellingen hebben, namelijk het realiseren van klimaatvriendelijke woningen", gaat Amory verder. De afgelopen jaren stonden de activiteiten van de Federatie daarom geheel in het teken van de bewustwording in de politieke wereld. “Nieuwe wetten zijn oké, maar er moet meer rekening gehouden worden met de haalbaarheid ervan", zegt Amory.

NIEUWBOUWWONINGEN ZIJN MINDERHEID
De nieuwbouw vertegenwoordigt slechts 1% van het totale aantal woningen. Toch is de wetgeving inzake klimaatverbetering en energiezuinigheid voornamelijk gericht op die categorie.
“Het is goed dat er een duidelijke wetgeving is rond nieuwbouwwoningen, maar voor de miljoenen andere woningen die er bestaan, is er geen duidelijk wetgevend kader", vertelt Joost Callens. “Dat betekent dat mensen eigenlijk heel hoge prijzen betalen voor huizen die energieverslindend zijn." Nu geeft de overheid een woonbonus om bestaande woningen te kopen, maar de Federatie wil dat anders zien. “Als je nog inspanningen wil leveren, doe dat dan voor woningen die energie-efficiënt zijn. Dus voor mensen die de moed hebben om een nieuwbouw te realiseren of bestaande woningen te renoveren om aan de strenge energienormen te voldoen." Tijdens de jaren dat Joost Callens voorzitter was, heeft hij aan heel wat koorden getrokken, maar merkte hij dat die niet doorgehakt kunnen worden.
Ook banken spelen daarin een grote rol. “Momenteel redeneren banken puur in functie van het inkomen, maar nog niet in functie van de energie-efficiëntie van de woning", legt Joost Callens uit. “Nochtans is de terugbetalingscapaciteit van iemand met een energievriendelijke woning vele malen groter, omdat zijn maandelijkse factuur ook veel lager is."
Louis Amory vult aan: “Je kan heel streng zijn voor 1% van de gebouwen, als je geen actie onderneemt voor de overige 99% van het patrimonium, verandert er niks op macro-economisch vlak."
ENERGIEVERSLINDENDE WONINGEN
De woningmarkt is een gigantisch energieverslindend apparaat, er moeten dus maatregelen genomen worden om daar verandering in te brengen. Zo'n 40% van de verbruikte energie in België is afkomstig van woningen. “We kunnen mensen niet verplichten om hun woning meteen energie-efficiënt te maken, maar we kunnen wel met een tijdslimiet werken", legt Callens uit. De denkwijze hierachter is dat een huis gemiddeld 25 jaar in dezelfde handen blijft. Wanneer er het verplichte E60 komt tegen 2050 voor energieverslindende woningen, hebben mensen nog dertig jaar de tijd om zich aan de wetgeving aan te passen.
“Daar biedt zich een enorme opportuniteit om het hele woningpatrimonium aan te passen", gaat Callens verder. “We zien dat steden de laatste tijd heel wat maatregelen nemen om vervuilende wagens uit de centra te weren, maar inspanningen om energieverslindende woningen aan te pakken, komen er niet." Daarbovenop kaartte hij het probleem aan van aankomende verkiezingen, wat alleen maar voor meer uitstelgedrag zorgt. Daarom pleit hij voor een collectieve beweging vanuit Europa. “Ik zie alleen maar voordelen. Het wooncomfort zal niet alleen stijgen, de energiefactuur zal ook drastisch dalen. België kan zo energieonafhankelijk worden, aangezien ons patrimonium de grootste energieverslinder is." Ook de economie zal een boost krijgen. Meer woningen die gerenoveerd moeten worden, dat betekent een grotere werkgelegenheid voor de sector en globaal. De overheid kan hierin een grote rol spelen en een stimulerend beleid voeren. “Als voorzitter heb ik er mijn tanden op stukgebeten, nu geef ik het dossier door aan Louis", lacht hij.
“Er is een logisch verband tussen verdichting van steden, heroriëntatie en energetische prestatie", vult Amory aan. “Dat kan niet alleen een boost geven voor de privésector, maar ook de algemene gezondheid verbeteren in centrumsteden en het platteland. Ik snap dus niet waarom daar niet meer op wordt ingezet, en het is zeker een punt waarrond er gewerkt zal worden in de toekomst."
CHARTER DER WONINGBOUWERS
Het is aangenaam om te weten dat er na een bouwproject geen onaangename verrassingen meer zullen zijn. Juist om die reden werd het Charter der Woningbouwers opgericht. Dit kwaliteitslabel biedt de garantie aan elke kandidaat-bouwer dat zijn/haar aannemer voldoet aan alle regels en normen, waaronder ook de Wet-Breyne. Voldoen aan dat laatste kan heel wat mogelijke conflicten voorkomen. De aannemer zal bijvoorbeeld voor de aanvang van de werken een waarborg moeten stellen die dient om de bouwheer te vergoeden in het geval van een gebrekkige uitvoering van de werken. Het contract moet ook een vaste prijs voorzien met een duidelijke uitvoeringstermijn. In de praktijk komt het vaak voor dat onbetrouwbare aannemers deze bepalingen, ten nadele van de klant, niet naleven. Elk bedrijf dat zich aansluit bij het Charter, engageert zich om de beschermingsbepalingen van de Wet-Breyne op te nemen in zijn contracten en deze ook correct na te leven. Bij overtredingen volgen er gepaste sancties. Bedrijven die de principes van het Charter niet respecteren, worden geweerd, op die manier blijft het Charter een geloofwaardig kwaliteitslabel.
REGISTRATIEKOSTEN
Sinds 1 juni 2018 geldt de nieuwe wet inzake registratiekosten. “Er is hierdoor, maar ook door vroegere beslissingen, heel wat discriminatie naar nieuwbouwkopers toe", legt Louis Amory uit. Een woning wordt volgens de wet als 'nieuw' beschouwd tot uiterlijk op 31 december van het tweede jaar, volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming. Ten eerste worden nieuwbouwkopers al bij de invoer van de registratierechten benadeeld. Wanneer het eigendom minder dan een jaar oud is, betalen zij, in plaats van de beloofde 7% registratiekosten, 21% btw. Daarnaast moeten zij bij alle werkzaamheden of renovaties 21% btw betalen, zoals voor het plaatsen van een nieuwe keuken, terwijl kopers van een oud eigendom slechts 6% btw dienen te betalen.
“Op nieuwbouwvlak willen we dus zeker minder strenge wetten, want we willen dat het betaalbaar blijft. Die betaalbaarheid is sowieso al aan een limiet aan het geraken voor heel wat mensen", meldt Amory. “Daarnaast zijn er ook heel wat universitaire studies die aantonen dat een verlaging van de btw een extra injectie kan geven voor de economie", vervolledigt Joost Callens. “Dat zal niet noodzakelijk een budgetprobleem genereren, zoals de overheid op dit moment denkt."
TREND IN KLEIN WONEN
De Federatie merkt ook een hele evolutie in de grootte van woningen. Door de vergrijzing wordt er meer en meer gekozen voor een appartement. Maar ook veertigers die al heel wat gespaard hebben, kopen een extra appartement als investering. Ook over het jongerengedrag rijzen er heel wat vragen in de Federatie. Hoe gaan zij alles financieren? Wat zal hun consumentengedrag zijn?
“Ook op sociologisch vlak beginnen er heel wat dingen te veranderen", vertelt Callens. “Er bestaan al langer projecten zoals cohousing en deelwagens, maar je merkt dat mensen toch liever eigen bezit hebben. Toch beginnen er kleine elementen geïmplementeerd te worden in onze maatschappij, zoals het delen van tuinen."
De markt is er vandaag misschien nog niet klaar voor, maar de twee voorzitters weten dat de evolutie naar een deelmaatschappij nog niet op haar einde is. Er moet gepolst worden naar waar de markt wél al klaar voor is, en die elementen moeten beetje bij beetje geïmplementeerd worden in de maatschappij.