AKOESTIEK EN BETONKERNACTIVERING
Hoe nagalm beperken bij betonkernactivering
Ruimtes en gebouwen waarin gebruikgemaakt wordt van betonkernactivering vormen een uitzonderlijke uitdaging met betrekking tot akoestiek. Zowel de geometrie van deze ruimtes, doorgaans met hoge plafonds, als de materialen hebben namelijk een negatieve impact op de nagalmtijd. Bovendien zijn klassieke akoestische oplossingen zoals systeemplafonds hier uit den boze. In ruimtes met betonkernactivering is het namelijk van cruciaal dat de lucht vrij tot aan de betonnen plafonds kan circuleren. Maar wat zijn de alternatieven?
Uitdagingen
Om het akoestische comfort binnen een ruimte te voorspellen en te omschrijven, wordt er gebruikgemaakt van verschillende parameters. De belangrijkste basisparameter bij het evalueren van het akoestische comfort in omgevingen zoals kantoren en schoolgebouwen is de nagalmtijd of reverberation time. Deze beschrijft hoe lang een geluid hoorbaar blijft nadat de geluidsbron zelf al gestopt is en wordt berekend volgens de formule van Sabine. Deze stelt: T = 0,16 x V/(S x a)
Hieruit blijkt dat onder andere de geometrie van de ruimte en het materiaalgebruik een belangrijke invloed hebben op de nagalmtijd.
Geometrie
Zoals uit de formule van Sabine blijkt, is de geometrie van een ruimte, en meer bepaald de verhouding tussen het volume en de oppervlakte, een bepalende factor voor de nagalmtijd. Ruimtes met hoge plafonds, zoals bij de betonkernactivering vaak het geval is, zullen dan ook meer last hebben van nagalm dan ruimtes met een beperkter volume. Ook langgerekte ruimtes zonder noemenswaardige onderverdeling
erg populair in een architectuur die zich richt op de transparantie
doen het duidelijk minder goed op akoestisch vlak.
Materialen
Een andere belangrijke factor in de formule van Sabine is de absorptiecoëfficiënt a. Deze is volledig afhankelijk van de toegepaste materialen, waarbij harde materialen zoals beton of keramisch materiaal een zeer lage alfawaarde hebben en dus tot een lange nagalmtijd leiden.
In principe is het toevoegen van materialen met een hoge absorptiecoëfficiënt, zoals minerale wol, een van de meest efficiënte en schijnbaar gemakkelijkste manieren om een ruimte akoestisch te optimaliseren, maar binnen de huidige architecturale trends en technieken is het toevoegen van extra geluidsabsorberende materialen niet altijd wenselijk. In ruimtes met betonkernactivering moet de lucht bijvoorbeeld vrij tot aan de betonnen plafonds kunnen circuleren. Systeemplafonds zijn hier dus uit den boze, waardoor er naar alternatieve oplossingen gezocht moet worden.
Oplossingen
Plafonds
Als grootste vrije oppervlak in de ruimte is het plafond de meest bepalende factor voor de akoestische prestaties binnen die ruimte. Bij betonkernactivering mag het plafond weliswaar niet met andere materialen bedekt of geblokkeerd worden, maar dat wil niet zeggen dat er geen oplossingen bestaan. Heel wat fabrikanten produceren als aanvulling op de akoestische eilanden en systeemplafonds namelijk ook baffles. Dit zijn panelen die net zoals de klassieke eilanden vervaardigd zijn uit minerale wol of melamineschuim, maar verticaal opgehangen worden, om zo een volledige luchtcirculatie tot aan het plafond door te laten. De absorptiefactor van een dergelijke oplossing wordt in grote mate bepaald door de hoeveelheid baffles, maar ook hun hoogte speelt een rol. Hoe hoger de baffles zijn, hoe beter de prestaties met betrekking tot lage frequenties.
Om dichter aan te sluiten bij de vaak strenge esthetische eisen van architecten en opdrachtgevers, kunnen de meeste van deze oplossingen overigens gepersonaliseerd worden. Baffles kunnen bijvoorbeeld in verschillende kleuren, vormen of designvarianten uitgevoerd worden. Om een lange levensduur te garanderen, wordt steeds meer gezocht naar materialen die gemakkelijk afwasbaar en onderhoudsvriendelijk zijn, en om plaats te besparen, bestaan er zelfs producten die absorptie en verlichting combineren.
Muren
Wanneer een akoestische plafondoplossing technisch niet mogelijk is, of als aanvulling op baffles, kan men zich op de wanden richten. Met akoestische voorzetwanden kunnen, afhankelijk van de wandopbouw (diep of ondiep), namelijk absorptiecoëfficiënten tussen 0,65 en 0,9 gerealiseerd worden. Akoestische voorzetwanden bestaan uit een laag absorberend materiaal
minerale wol of melamineschuim en een beschermende en decoratieve afwerkingslaag. Die laatste kan bestaan uit geperforeerde metalen platen, houtwolplaten of spanwanden. Ook houten Helmholtzabsorbers bieden hier een goede en esthetische oplossing.
Bij de keuze van een wandoplossing dient men alvast twee aspecten in acht te nemen. Enerzijds moet de afwerkingslaag poreus zijn, om zo de nodige absorptie te kunnen realiseren; anderzijds moet ze ook stevig en onderhoudsvriendelijk zijn. Vooral houten platen en houtwolpanelen zijn goed bestand tegen mechanische schade.
Meubilair
Wat het meubilair betreft, wordt het best een onderscheid gemaakt tussen kasten en kastwanden enerzijds, en stoelen, tafels ... anderzijds. Vooral de impact van die laatste is beperkt, aangezien het om veel kleinere oppervlakken gaat dan die van wanden, vloeren en plafonds. Toch wordt er aangeraden om voor een stoffen bekleding te kiezen. Het kleine meubilair is overigens wel van belang voor de geluidsdiffusie. Met het oog op privacy en spraakverstaanbaarheid wordt de ruimte het best niet te strak ingericht. Indien nodig, kunnen er absorberende tussenpanelen geplaatst worden.
Kasten en kastwanden, daarentegen, kunnen wel een belangrijke bijdrage leveren aan de geluidsabsorptie. Toch wanneer ze voldoende wandoppervlak in beslag nemen. Geperforeerde houten kastfronten en/of een absorberende bekleding tegen de kastruggen zorgen in dat geval voor verhoogde prestaties.