Warme daken
Constructie en isolatie van platte daken
Platte daken zijn aan de buitenkant altijd voorzien van een zeer dampremmende waterdichting. Het vocht in het dak kan dus nauwelijks naar buiten toe uitdrogen. Daarom moet u steeds voldoende aandacht besteden aan de vochthuishouding. Voor een plat dak bestaan verschillende dakconstructies. Koude daken en omkeerdaken zijn kortweg af te raden. Uw keuze beperkt zich tot een warm, een compact of een duodak. Wat pleit in hun voor- en nadeel? Waarop moet u zoal letten bij de isolatie? En welke materialen kunt u daarvoor gebruiken?

Warm dak
Als we het over aan te raden dakconstructies hebben, dan komen we bij ten eerste bij het type warm dak terecht. Dit type, toepasbaar bij houten en massieve constructies, is de meest gekozen optie in ons land. Het dampscherm ligt hier op de dakvloer, met erbovenop de isolatie en dan meteen de dakafdichting. De draagconstructie zit hierbij volledig binnen de bouwschil, waardoor ze beschermd is tegen temperatuurschommelingen. Een belangrijk pluspunt is dat de isolatie op zich relatief eenvoudig te plaatsen is zonder onderbrekingen en dus koudebruggen, mits de dakvloer al de gepaste helling heeft. Het isolerende materiaal wordt immers als een schil over de hele draagstructuur heen aangebracht. Ook het dampscherm loopt volledig door op een stevige bodem: de dakvloer. Een warm dak kan echter ook meer kosten. Isoleert u boven op de draagstructuur, dan moet u bij een renovatie mogelijk ook de gevels en de dakopstanden optrekken. Hoewel de fabrikant van de drukvaste PU- en PIR-platen voor warme daken erop wijst dat deze zeer goed isoleren, waardoor ze dun aan te brengen zijn en dus mogelijk toch geen ophoging van de dakrand vereisen. Hun makkelijke plaatsing drukt eventueel ook de arbeidsuren. Het beste advies is dus: bereken de kostprijs geval per geval.
Belang van continuïteit van de isolatie
De isolatie van het platte dak moet altijd aansluiten op de muurisolatie. Zijn de wanden langs buiten geïsoleerd, dan valt de aansluiting het makkelijkst te realiseren bij een warm dak. Bevindt de isolatie zich aan de binnenkant van de muren, dan sluit u de dak- en muurisolatie eenvoudiger aan bij een compact dak. Ook de luchtafdichting moet doorlopen met die van de muren. Ligt de luchtafdichting op de dakvloer, dan is de aansluiting met die van de wanden opnieuw niet evident, maar wel cruciaal.
Isolatiematerialen voor warme daken
Bij een warm dak moet u werken met drukvaste isolatiematerialen, omdat deze over de draagstructuur heen worden aangebracht.
Pu- en pir-platen
Deze platen zijn licht, heel drukvast en isoleren zeer goed bij beperkte diktes. PU heeft bijvoorbeeld een lambdawaarde van 0,019 tot 0,026 W/mK. Hoe lager deze waarde, hoe beter de platen isoleren. Voor platte daken zijn ze meestal bekleed met een gebitumineerd glasvlies. Dat is compatibel met de meeste dakafdichtingen.
Rotswolplaten
Deze platen zijn zeer drukvast. Hun lambdawaarde ligt op 0,039-0,040 W/mK. Ook dit materiaal is geschikt voor verschillende dakafdichtingen. Volgens de fabrikant sluiten de platen goed aan, door de aansluiting van de vezels. Ook de brandreactie is zeer goed (onbrandbaar), net als de akoestische prestaties.
Adviezen bij het aanbrengen
De dakvloer bestaat uit hout, beton of geprofileerd staal. Daarbovenop komt een dampscherm, verkleefd of mechanisch bevestigd (met de juiste isolatieschroeven voor de juiste ondergrond). PU-platen kunt u mechanisch bevestigen, verlijmen of losliggend plaatsen. Werk alle details goed af en gebruik zeker de juiste lijm, in voldoende mate (check de compatibiliteit). Verlijm wel geen te grote platen, zodat de lijm voldoende snel kan uitdrogen. De rotswolplaten moeten in verband en goed aangesloten gelegd worden. Ze vallen in dubbele lagen te leggen, maar dan moeten de voegen verspringen. U kunt ze los met ballast leggen (op beton en hout), of mechanisch bevestigen (op multiplex en geprofileerde staalplaten).