Europese Commissie legt autofabrikanten € 458 miljoen boete op voor kartel bij recyclage autowrakken
De Europese Commissie heeft geldboetes opgelegd aan 15 grote autofabrikanten en de Europese sectororganisatie ACEA voor hun betrokkenheid bij een kartel rond de recyclage van afgedankte voertuigen. De totale boetes bedragen ongeveer € 458 miljoen. De kartelpraktijken vonden plaats over een periode van meer dan 15 jaar, tussen mei 2002 en september 2017, en betroffen afspraken over de verwerking en communicatie rond autowrakken.
Coördinatie van recyclagevoorwaarden en terughoudende communicatie
Volgens het onderzoek van de Commissie stemden de betrokken autofabrikanten onderling hun gedrag af op twee belangrijke vlakken:
- Vergoeding voor demontage: De fabrikanten kwamen overeen geen vergoeding te bieden aan erkende demonteerders voor het verwerken van autowrakken. Ze beschouwden deze activiteit als voldoende rendabel zonder financiële tussenkomst van de sector – een strategie die werd omschreven als “Zero-Treatment-Cost”. Daarbij wisselden ze ook gevoelige commerciële informatie uit over contracten met verwerkers.
- Communicatie over recyclage: Er werd afgesproken geen promotie te voeren over het aandeel gerecycleerd materiaal in nieuwe voertuigen of over het percentage van een autowrak dat effectief gerecupereerd kan worden. Zo wilden de fabrikanten vermijden dat consumenten recyclage-inspanningen als aankoopcriterium zouden gebruiken, wat extra druk op de sector zou leggen om verder te gaan dan de wettelijke vereisten.
Deze praktijken vormen een inbreuk op de EU-mededingingsregels en zijn strijdig met Richtlijn 2000/53/EG, die autofabrikanten onder meer verplicht de kosten voor de verwerking van autowrakken op zich te nemen wanneer de laatste eigenaar het voertuig naar een erkende demonteerder brengt.
Rol van ACEA en geografische reikwijdte
De Europese autosectorvereniging ACEA speelde volgens de Commissie een faciliterende rol in het kartel. Via deze organisatie vonden talrijke bijeenkomsten plaats waarin de betrokken fabrikanten onderling hun afspraken coördineerden. De inbreuk had betrekking op de volledige Europese Economische Ruimte (EER).
Clementieregeling en boetevermindering
Mercedes-Benz ontsnapte aan een boete dankzij het inroepen van de clementieregeling. Mercedes bracht de Commissie als eerste op de hoogte van het kartel en kreeg daardoor volledige immuniteit. Andere ondernemingen zoals Stellantis (inclusief Opel), Mitsubishi en Ford verleenden eveneens medewerking, wat hen een gedeeltelijke boetevermindering opleverde. Daarnaast kregen alle partijen een korting van 10% op hun boete door in te stemmen met een schikking en het erkennen van hun betrokkenheid.
Financiële impact
De opgelegde boetes variëren per onderneming, afhankelijk van de ernst, duur en omvang van hun betrokkenheid. De zwaarste sanctie ging naar Volkswagen, met een bedrag van meer dan € 127 miljoen. Andere significante boetes werden opgelegd aan Renault-Nissan, Stellantis, Ford en Toyota. De boete voor ACEA bedroeg € 500.000, als forfaitair bedrag wegens haar faciliterende rol.
Brede aanpak van recyclage en duurzaamheid
De sanctie kadert in een bredere strategie van de Europese Commissie om concurrentie binnen de circulaire economie te waarborgen en duurzame materialenstromen te bevorderen. Tegelijk stelde de Commissie nieuwe maatregelen voor CO2-doelstellingen tussen 2025 en 2027 voor, evenals stimuli voor laadinfrastructuur en een feitentoets van industriële praktijken rond kritieke grondstoffen.
De zaak werd gecoördineerd met de Britse Competition and Markets Authority (CMA), die op basis van dezelfde feiten een parallel besluit heeft genomen voor de Britse markt.