Waterlek? Zo spoor je het gericht op
Minder schade, sneller resultaat: inzet van moderne lekdetectie

Waterlekken kunnen aanzienlijke schade en kosten veroorzaken als ze onopgemerkt blijven. Voor installateurs is het daarom cruciaal om efficiënte methoden voor lekdetectie te beheersen – van eenvoudige visuele controles tot het inzetten van geavanceerde meetapparatuur. In dit artikel geven we een overzicht van de verschillende detectietechnologieën en hun toepassingen.
Visuele opsporing
Een lekdetectie begint altijd met een grondige visuele inspectie ter plaatse. Problemen zijn vaak al met de zintuigen waarneembaar, en lekdetectietoestellen dienen als aanvulling of bevestiging van wat je met het blote oog of via geur of gehoor hebt waargenomen.
Waar moet je op letten? Houd tijdens de inspectie je ogen open voor sporen van roest, vochtplekken op muren of plafonds, of plassen water op de vloer. In de ergste gevallen kan er ook schimmel optreden bij waterlekken, te herkennen aan zwarte spikkels en een vochtige, muffe geur. Deze kenmerken wijzen dikwijls op waterlekkages. Vaak ga je op zoek naar sporen in slecht verlichte hoeken of kelders, waardoor je al snel iets over het hoofd zou zien. Een zaklamp is hierbij je beste vriend. Controleer systematisch muren, plafonds en vloeren op vochtplekken of bolstaand pleisterwerk, en inspecteer zichtbare leidingen, kranen en koppelingselementen op sporen van lekkage zoals corrosie of druppels. Deze eenvoudige visuele tekenen kunnen vaak al de locatie of aard van het lek verraden.

Hoewel onze zintuigen al heel wat prijsgeven, zijn niet alle waterlekken visueel op te sporen. Heel kleine lekken kunnen langdurig verborgen blijven voordat er duidelijke schade optreedt. Combineer daarom je visuele beoordeling met het gebruik van een detectietoestel.
Verschillende detectietechnologieën
Wanneer visuele inspectie alleen niet volstaat, kan de installateur gebruikmaken van diverse lekdetectietoestellen. Afhankelijk van de situatie zijn er uiteenlopende technieken beschikbaar - van akoestische detectie tot infraroodcamera's. De grootste troef van deze detectietechnologieën is dat er geen sloopwerken aan te pas gaan, waar de eindklant natuurlijk baat bij heeft. Maar welk toestel gebruik je het best bij welke toepassing? En hoe herken je een goed toestel?

Akoestische detectie
Werking: Akoestische lekdetectoren “luisteren” als het ware naar de geluiden die een waterlek veroorzaakt. Wanneer er een lek ontstaat in een onder druk staande leiding, veroorzaakt het water turbulentie en trillingen in de leiding. Die trillingen verplaatsen zich door de leiding, en met een gevoelige microfoon kan de installateur deze geluidsgolven opvangen op verschillende punten langs de leiding. Door het geluidsniveau en -patroon op meerdere locaties te meten, kan men het punt met de hoogste intensiteit identificeren en zo de exacte lekpositie bepalen.
Toepassing: Akoestische detectie is vooral effectief voor lekken in ondergrondse of weggewerkte waterleidingen en cv-leidingen die niet direct zichtbaar zijn. Denk aan een leiding die onder een vloer of achter een muur lekt: met een akoestisch toestel kan je boven de leiding of op de leiding zelf het lekgeluid opsporen. Deze methode is minder geschikt voor kunststof leidingen met lage waterdruk, omdat kunststof het geluid sterk dempt en water bij lage druk minder snel en hoorbaar wegstroomt. Houd hier rekening mee bij de keuze van de techniek.
Functies: Goede akoestische lekdetectors beschikken doorgaans over gevoelige microfoons en filtersystemen om geluiden te versterken en te filteren. Belangrijke functies zijn een opname- en replayfunctie om verdachte geluiden later nogmaals te beluisteren, een spectrumanalyzer en een kleurenscherm dat de geluidsintensiteit grafisch weergeeft, waardoor het makkelijker wordt om uit de geluidspatronen de leklocatie af te leiden. De akoestische technologie is de laatste jaren gebruiksvriendelijker en slimmer geworden. Draadloze communicatie tussen de hoofdunit en de microfoons geeft de gebruiker meer bewegingsvrijheid. Sommige systemen bevatten zelfs softwarematige assistenten of wizards die de installateur stap voor stap door het meetproces leiden en helpen bij de interpretatie.

Thermografische camera
Werking: Een thermografische camera (of infraroodcamera) spoort lekken op door temperatuurverschillen zichtbaar te maken. De infraroodcamera meet de onzichtbare warmtestraling van oppervlakken en zet dit om in een kleurrijk warmtebeeld. Elke pixel in dat beeld vertegenwoordigt een temperatuurmeting. Door het apparaat bijvoorbeeld over een muur te scannen, kun je hotspots ontdekken – plekken die warmer zijn dan de omgeving. Zo’n spot kan wijzen op een verborgen lekkage achter of in het materiaal, waardoor de omgeving plaatselijk opwarmt.
Toepassing: Infraroodcamera’s zijn vooral nuttig bij warmwaterleidingen, verwarmingsbuizen en vloerverwarming. Ook bij leidingen in muren of plafonds kan thermografie over een groot oppervlak relatief vlot mogelijke lekplaatsen of vochtproblemen aanduiden, zonder breekwerk. Deze techniek is minder geschikt voor detectie van lekken in koudwaterleidingen omdat het temperatuurverschil met de omgeving vaak te klein is om waar te nemen.

Functies: Moderne warmtebeeldcamera’s voor lekdetectie hebben diverse instelmogelijkheden om de meting te optimaliseren. Zo kunnen ze vaak manueel en automatisch focussen en de emissiefactor instellen (om materialen met verschillende warmte-afstraalcapaciteit correct te meten). Veel camera’s bieden alarmering zodra een bepaalde temperatuurgrens wordt overschreden, en markeringsfuncties om interessante punten in het beeld aan te duiden. Tegenwoordig zijn deze camera's ook uitgerust met een functie om de foto's direct naar een tablet of gsm te sturen. Om de thermografische camera optimaal te kunnen gebruiken, is het aangeraden een opleiding te volgen.
Waar moet je op letten bij het aanschaffen van een thermografische camera?
Bij het selecteren van een warmtebeeldcamera is het cruciaal te letten op de resolutie (min. 320x240 pixels) van de sensor en de thermische gevoeligheid (0,08°C (80mk) of beter). Hoe hoger de resolutie en hoe gevoeliger de camera voor kleine temperatuurverschillen, des te duidelijker en gedetailleerder een lekkage in beeld kan worden gebracht. Daarnaast is het belangrijk dat je de temperatuurschaal van de camera kunt aanpassen. Daardoor kan je nauwkeuriger werken en krijg je een meer gedetailleerd beeld van de resultaten.
Belangrijk om te beseffen is dat een thermografische camera niet door materialen heen kan kijken – het is geen röntgen. Je ziet alleen temperatuurverschillen aan het oppervlak. Daarom wordt een thermografische camera vaak gecombineerd met een vochtmeter die wel dieper gaat. Bovendien moet er voldoende temperatuurcontrast zijn tussen het lek en de omgeving; een verschil van minstens zo’n 10°C wordt vaak genoemd als richtlijn voor duidelijke detectie.

(foto: Testo)
Vochtmeters
Werking: Een vochtmeter meet het vochtgehalte in onder meer vloeren, muren, pleisterwerk, hout of isolatie, of de luchtvochtigheid in een ruimte. Een ongewoon hoge vochtwaarde in materiaal of lucht kan een aanwijzing zijn dat er ergens een lek of vochtprobleem is. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee types vochtmeters:
- Een destructieve vochtmeter beschikt over twee pinnen die je enkele millimeters in het materiaal steekt. Het apparaat stuurt een kleine elektrische stroom van de ene pin naar de andere en meet de elektrische weerstand van het materiaal daartussen. Vochtiger materiaal geleidt de stroom beter, wat resulteert in een lagere weerstand. Een nadeel is dat de pinnetjes kleine gaatjes of beschadigingen kunnen veroorzaken, vandaar de term "destructief". Gebruik deze meter daarom bij voorkeur op plaatsen waar kleine beschadigingen geen kwaad kunnen, bijvoorbeeld bij onafgewerkte oppervlakken.
- Een niet-destructieve vochtmeter daarentegen gebruikt sensoren op het oppervlak zonder gaatjes te maken. De vochtmeting gebeurt door de ronde kop of meetklauw tegen de wand te houden en dringt tot enkele centimeters diep in het materiaal. De uitkomst vergelijk je met een referentiewaarde van hetzelfde materiaal in droge toestand (bijvoorbeeld een nabijgelegen droog stuk muur). Als de meter significant hogere vochtwaarden aangeeft dan de droge referentie, wijst dat op vocht in het materiaal.


Toepassing: Vochtmeters zijn ideaal als eerste hulpmiddel bij lekdetectie, omdat ze snel een indicatie geven van vocht zonder breekwerk of dure apparatuur. Omdat de oorsprong van het lek niet exact kan worden vastgesteld, wordt deze methode vaak gecombineerd met andere detectietechnologieën als extra bevestiging.
Functies: Sommige geavanceerde vochtmeters kunnen zowel destructief als non-destructief meten door verwisselbare meetkoppen of pinmodulen. Steeds vaker is er Bluetooth-connectiviteit of een app beschikbaar, zodat meetwaarden direct naar een smartphone of tablet gestuurd kunnen worden. Belangrijk om te weten, is dat de meeste vochtmeters voornamelijk het vocht aan het oppervlak of net eronder meten. Ze kunnen dus voornamelijk de symptomen van grotere lekken opsporen. Een klein lek dat diep binnenin een muur zit, blijft mogelijk langere tijd onopgemerkt omdat het vocht nog niet tot het oppervlak is doorgedrongen. Daarnaast geldt voor destructieve meters dat ze gekalibreerd of ingesteld moeten worden op het materiaal dat je meet. Hout, beton, gips enz. hebben elk een eigen soortelijke weerstand. Als de meter niet correct is afgestemd op het materiaal, kunnen de absolute vochtgehaltes die hij aangeeft afwijken.
Traceergas

Werking: Traceergas, ook wel formeergas genoemd, is een techniek die gebruikmaakt van een gasmix om kleine lekken te lokaliseren. Hierbij wordt een mengsel - bestaande uit 95% stikstof en 5% waterstof (of helium) - in de lege leiding onder druk ingebracht, waarna het gas via de lekopening ontsnapt. Waterstof is lichter dan lucht en dringt door veel bouwmaterialen naar boven. Na de injectie wacht men best even zodat het gas kan opstijgen. Vervolgens scant de installateur met een gasdetector langs de leiding tot het gas wordt geregistreerd, wat aangeeft dat je in de buurt van een lek bent.
Toepassing: Traceergas is bij uitstek geschikt voor het vinden van zeer kleine of ongrijpbare lekken, bijvoorbeeld in lange ondergrondse leidingen, waar andere methodes niet succesvol waren. Het wordt vaak pas ingezet als laatste stap, omdat de voorbereiding (leidingafsluiten, druktesten, gas injecteren) arbeidsintensief is. Een groot voordeel is dat het gebruikte gas (stikstof en waterstof of helium) niet giftig en niet schadelijk is, waardoor deze methode zelfs veilig toegepast kan worden op drinkwaterleidingen. Wie kiest voor het mengsel van stikstof en helium, betaalt meer dan voor de combinatie van stikstof en waterstof.
Functies: Een goed traceergasdetectietoestel is zeer gevoelig. Sommige toestellen kunnen waterstofconcentraties tot op 0,1 ppm (parts per million) detecteren en meten tot 100% volume waterstof. Daarnaast hebben goede toestellen sensoren die selectief zijn voor waterstof en ongevoelig voor andere gassen, zodat bijvoorbeeld methaan het meetresultaat niet verstoort. Let bij de aanschaf op het meetbereik en de selectiviteit van het toestel, en ook op praktische zaken zoals of er een interne pomp in zit. Een pomp kan helpen om continu lucht aan te zuigen, wat de reactietijd van de meting versnelt.

Permanente lekdetectie
Naast de hierboven genoemde ad hoc methodes om een mogelijke lekkage op te sporen, bestaan er ook permanente lekdetectiesystemen die continu de aanwezigheid van lekken monitoren. Deze systemen kunnen vroegtijdig alarm slaan nog voordat iemand klachten opmerkt.
Een eerste methode is het gebruik van slimme watermeters. Dit permanent bewakingssysteem houdt continu het waterverbruik in de gaten. Zodra er afwijkingen ontstaan die wijzen op een mogelijk lek (bijvoorbeeld 's nachts als alles uit hoort te staan), genereert het systeem een waarschuwing. Het voordeel van zulke systemen is dat ze het hele
leidingnet in een gebouw bewaken en ook micro-lekkages of sluipverbruik opmerken. Ze voorkomen grote schade en besparen water. Wel vergen ze een deskundige installatie en regelmatig onderhoud van de sensoren of batterijen
Een tweede categorie zijn permanente sensoren in leidingen. Denk aan dataloggers of geluidsensoren die in het waterleidingnet worden ingebouwd. Een voorbeeld is een akoestische leklogger die gedurende maanden of jaren in de buis blijft zitten en periodiek meetgegevens verstuurt. Deze meetgegevens – bijvoorbeeld achtergrondgeluidsniveaus – worden vergeleken met normale referentiewaarden. Afwijkingen in het geluidsprofiel worden dan geregistreerd en gesignaleerd als een mogelijk waterlek.

Kennis en onderhoud
Het toepassen van deze apparatuur vergt niet alleen kennis van de techniek, maar ook de juiste installatie. Zorg ervoor dat je als installateur voldoende geschoold bent in zowel de bediening van de meetapparatuur als in bouwkundig inzicht. Naast het kiezen van het goede toestel, is het ook belangrijk je uitrusting in topconditie te houden. Laat toestellen regelmatig nakijken en kalibreren, en installeer firmware-updates zodra deze beschikbaar zijn. Dit garandeert dat de apparaten nauwkeurig blijven meten en verlengt bovendien de levensduur van je toestellen.