ATEX-NORMERING
WAT IS ATEX?
ATEX is een samentrekking van de Franse benaming ATmosphères EXplosibles, en de gelijknamige normering legt eisen op aan de werkgever (ATEX 153) en aan fabrikanten van stofafzuigingstoestellen en -installaties (ATEX 114).
ATEX 153
ATEX 153 is een wettelijke verplichting voor werkgevers, waarbij wordt vertrokken vanuit een risicoanalyse in het atelier of op de werkplaats. De explosiegevoelige elementen in het atelier worden in kaart gebracht en op basis daarvan stelt men een zoneringsplan op. Zowel voor gasmengsels als voor stofmengsels zijn er specifieke zones gedefinieerd, naargelang van het risico op een explosie:
• Zone 20: continu of gedurende lange perioden explosiegevaar, bijvoorbeeld inwendige stofmouwen of stofzakken. Plaatsen waar er dus zeker stof of stoflagen aanwezig zullen zijn;
• Zone 21: eventueel explosiegevaar, bijvoorbeeld in de afzuigkanalen waar zich ter hoogte van bochten stofafzettingen kunnen vormen;
• Zone 22: in normale omstandigheden geen explosiegevaar.
ATEX 114
De fabrikanten en leveranciers van ontstoffingsinstallaties moeten het zoneringsplan van de klanten respecteren. Dit betekent dat zij de componenten van de installatie moeten laten attesteren vooraleer ze gebruikt mogen worden in een bepaalde zone. Voor zone 20 en zone 21 gebeurt dit door een extern controle-organisme ('notified body'). Voor zone 22 wordt de fabrikant of leverancier verondersteld om zelf voor deze controle in te staan. Concreet zullen de cruciale onderdelen van de installatie, bijvoorbeeld de kanalen, zo gemaakt worden dat er geen statische elektriciteit opgewekt kan worden (aarding!) en dat ze bestand zijn tegen een eventuele explosie. De maximale explosiedruk voor houtstof bedraagt ongeveer 8,6 bar. De elektrische en bewegende onderdelen van de installatie moeten eveneens zo gemaakt zijn dat er geen vonken of overmatige hitte opgewekt kunnen worden. Dit gebeurt door gebruik te maken van inox en bronslegeringen, alsook door bepaalde aansluitingen stofdicht te isoleren.
WANNEER IS ATEX VERPLICHT?
Deze normering is van toepassing in werkomstandigheden waar sprake is van een explosierisico. Een gloeiend metaaldeeltje of een elektrische vonk in een luchtstroom die verzadigd is van schuurstof, spaanders, houtkrullen enzovoort kan resulteren in een steekvlam en/of explosie met verstrekkende gevolgen. In schrijnwerkerijen, groot of klein, is het dus van kapitaal belang voor de veiligheid van de werknemers om het risico hierop te beperken en de eventuele gevolgen ervan in te dammen. Ook verzekeraars zijn ondertussen goed op de hoogte van de ATEX-wetgeving. Een schrijnwerker die een brandverzekering afsluit en de premie enigszins betaalbaar wil houden, zal de nodige attesten moeten voorleggen.
WANNEER IS ATEX NIET VERPLICHT?
ATEX is slechts in twee gevallen niet verplicht. Eerst en vooral bij stofafzuigingstoestellen voor huishoudelijk gebruik. Hierbij gaat de wetgever ervan uit dat de gebruiksfrequentie en -intensiteit niet van die aard zijn dat er een verhoogd risico op ongevallen bestaat. Ten tweede is ATEX eveneens niet verplicht wanneer het af te zuigen stof niet explosief is, d.w.z. wanneer het stof een Kst-waarde heeft van 0 bar.m/s (stofklasse St 0). Deze waarde slaat op de explosiedruk gemeten in een gesloten vat van 1 m3. Houtstof behoort echter tot stofklasse St 1 (0 tot 200 bar.m/s explosiedruk), aluminium zelfs tot stofklasse St 2 (200 tot 300 bar.m/s explosiedruk). Een toestel voor stofafzuiging dat niet ATEX-conform is, kan dus wettelijk gezien wel degelijk verkocht of aangekocht worden door een professionele gebruiker. Alleen mag hij er in principe enkel niet-explosief stof mee opzuigen.