Op 20 februari organiseerde road federation belgium (rfb) voor de tweede maal haar ‘your roads tomorrow- seminarie’ voor verschillende private stakeholders uit de mobiliteitssector. in aanwezigheid van een panel van experts en actoren uit de wegenbouwsector werd onder meer aandacht besteed aan de toekomst van de verbrandingsmotor, de tunnels in brussel, het oosterweelproject en de toestand van de belgische bruggen. zo’n 80 deelnemers woonden in de waerboom (groot-bijgaarden) deze succesvolle tweede editie bij en kregen een antwoord op enkele prangende kwesties die ons wegennet kenmerken.
Het tijdperk van laks afvalbeleid ligt definitief achter ons. materialen moeten zo veel mogelijk gerecycleerd worden en als het even kan, verloopt dat het best via een netjes omlijnde procedure. het verwerken van teerhoudend asfalt is een prima voorbeeld van dit streven, want copro stelde in de brs 49 een werkwijze voor om die afvalstroom te beheren en certificeren. helaas is er nog veel onwetendheid over de materie.
Wie dicht bij een drukke weg woont, zal het ongetwijfeld beamen: verkeer zorgt voor lawaai, veel lawaai. de praktijk leert dat het geluid dat een automotor maakt vanaf 30 à 40 km/u verwaarloosbaar is in vergelijking met het geluid veroorzaakt door de wisselwerking van de banden en het wegdek, ook het rolgeluid genoemd. daar kan dan ook een grote geluidsreductie geboekt worden. het opzoekingscentrum voor de wegenbouw (ocw) onderzoekt de mogelijkheid om poro-elastische materialen in te zetten als wegdek. onlangs werd in gent een nieuwe proefvak met dit innovatieve wegdektype voorgesteld.
Gietasfalt kent in belgië een productie van ongeveer 25 à 30.000 ton per jaar en valt daarmee onder de noemer nicheproduct. als het van tony de jonghe, directeur van de belgische gietasfalt organisatie (bgo) afhangt, dan treedt gietasfalt de komende jaren echter uit de schaduw van dit predicaat en moet het, daar waar mogelijk, zelfs een niet te negeren alternatief vormen voor het alomtegenwoordige asfalt. de aanleg van voetpaden in gietasfalt vormt in belgië onontgonnen potentieel en is dan ook het uitgelezen startpunt voor de ommekeer. infrastructure had in afwachting alvast en boeiend gesprek met de gevestigde waarde in de gietasfaltsector.
Sinds 1 mei 2018 volgde annick de swaef claude van rooten officieel op als directeur-generaal van het opzoekingscentrum voor de wegenbouw (ocw). claude van rooten neemt echter nog geen afscheid van de weg. als directeur internationale relaties zal hij zich concentreren op internationale contacten. dat sluit volledig aan op zijn voorzitterschap van de world road association (piarc). tijd voor een dubbelinterview met beiden over het verleden, het heden en vooral de toekomst van het centrum en de wegenbouw.
Voor belangrijke werven verwachten bouwheren terecht grote kwaliteitsinspanningen van alle bouwpartners. het ontwerp, het bestek, de gebruikte producten en de uitvoering ... allemaal zijn het belangrijke parameters die bijdragen tot een kwaliteitsvol eindresultaat. om de nodige zekerheid te bieden over de toegepaste producten, heeft de vzw copro zich gespecialiseerd in de keuring en certificatie van de kwaliteit en conformiteit van deze producten. wanneer het cruciaal is dat het werk van de eerste keer uitstekend is, kan er bovendien een verhoogde productiecontrole uitgevoerd worden.
Een van de sterktes van betonwegen is hun lange levensduur. maar hier ligt ook meteen hun zwakte. door het robuuste karakter van betonverhardingen wordt een goed onderhoud immers vaak vergeten. de schade die daardoor ontstaat, wordt vaak niet of slechts rudimentair hersteld, om kosten te besparen. deze herstellingen zijn echter niet duurzaam en leiden al snel tot grotere schade. maar wat houdt dat juist in, het duurzaam onderhouden en herstellen van betonwegen? infrastructure ging hierover in gesprek met prof. dr. ir. anne beeldens, oprichtster van adviesbureau ab-roads en gastprofessor aan de ku leuven.