Bent u reeds in orde met de SERMI-erkenningsprocedure?
Over certificaten en toegang tot voertuiginformatie
Kunt u nog volgen? Als garagist is het niet gemakkelijk om steeds mee te zijn met de nieuwste eisen en wetgeving. De rapportage wordt steeds uitgebreider en de te volgen procedures ingewikkelder. Maar de voortschrijdende administratie brengt soms ook opportuniteiten met zich mee. Zo was het als onafhankelijke garage tot voor kort zo goed als onmogelijk om toegang te krijgen tot veiligheidsgerelateerde voertuiginformatie. Met de nieuwe SERMI-procedure staat dit op het punt te veranderen. Wij vroegen Bernard Lycke, directeur-generaal van CECRA, om meer duiding.
SERMI?

Vanaf 1 augustus is de SERMI-certificering van kracht in heel de Europese Unie, dus ook in België. Hoewel niet alle autobedrijven hier mee bezig zijn, belooft het toch een wezenlijke verandering teweeg te brengen. "Tot nu toe was toegang tot voertuiginformatie over veiligheid - denk dan uitsluitend aan antidiefstaldata - de facto enkel het domein van merkerkende garages. Onafhankelijke bedrijven waren volledig afhankelijk van de automerken om al dan niet deze informatie in handen te krijgen", opent Lycke.
Om dit te veranderen - en dus een gelijker speelveld te creëren - is de SERMI-procedure in het leven geroepen. Hierbij gaat het om het algemeen beschikbaar stellen van security-gerelateerde RMI (Repair and Maintenance Information). Nadat eerder al gegevens voor onderhoud en reparatie vrijgegeven waren, komt daar nu ook onder bepaalde omstandigheden veiligheidsinformatie bij.
"Het gaat enkel om informatie gelinkt aan antidiefstal"
SERMI is in feite een organisatie gesticht door verschillende belangengroepen in de automotivesector - waaronder CECRA - om de toegang tot deze gevoelige informatie te faciliteren. "SERMI, gevestigd in België, gaat voor een universele erkenningsregeling, waardoor je bij elke autofabrikant meteen toegang krijgt tot deze informatie. Dit is belangrijk voor zowel onafhankelijke bedrijven als erkende garages, zeker als deze laatste ook andere merken herstellen of onderhouden. Het zal dus niet langer nodig zijn om bij elke fabrikant afzonderlijk toegang te regelen. Het zal ook niet meer de fabrikant zijn die bepaalt wie toegang krijgt", gaat Lycke verder.
Procedure
Belang
Wie heeft het dan wel voor het zeggen? Dit is uiteraard een belangrijke kwestie, want het gaat om gevoelige informatie die zeker niet in de verkeerde handen mag terechtkomen. Om alles in goede banen te leiden, is een rigoureuze procedure in het leven geroepen. Via een ketting van verschillende instanties zal men zich uiteindelijk kunnen registreren om zo toegang te verkrijgen.
CAB's en NAB's
"In de praktijk zal men zowel als bedrijf en als werknemer een erkenning moeten verzekeren om met deze informatie te kunnen werken. Deze erkenning kan aangevraagd worden bij een zogenaamde CAB - Conformity Assessment Body (vrij vertaald: keuringsinstantie). Deze moet dan het autobedrijf en de specifieke werknemer controleren en kijken of ze aan de voorwaarden voldoen. Concreet uit dit zich in een initiële controle op papier en later een bezoek door een controleur. Zo'n CAB moet zelf eerst worden erkend door het NAB - National Accreditation Body. Per land wordt er één NAB aangesteld. In het geval van België is dit BELAC", verduidelijkt Lycke.
Indien alles goed is bevonden, dan beslist het CAB om door te geven aan het Trust Centre (TC) dat het bedrijf erkend is. Dit TC zal er dan voor zorgen dat er concreet een certificaat plus persoonlijke pincode wordt uitgereikt aan een werknemer van het bedrijf. Zo'n certificaat is 60 maanden geldig. Een half jaar voor het verlopen ervan moet een nieuwe controle worden aangevraagd. Daarnaast moet het CAB op een willekeurig moment tijdens die vijf jaar op controle komen.
"Zowel bedrijf als werknemer zullen een erkenning moeten verzekeren"
Zo'n CAB moet onafhankelijk zijn van alle autobedrijven en zal dus bedrijven en personen controleren. Het is echter ook de instantie die klachten over misbruik onderzoekt, wat kan leiden tot het intrekken van een erkenning. Het TC regelt de erkenningen, houdt daarvan een register bij en is het contactpunt voor autofabrikanten om na te gaan wie allemaal erkend is. Ook eventuele intrekkingen kunnen gecontroleerd worden bij het TC.
SERMI
"SERMI overziet dit alles en moet zorgen dat het systeem goed werkt. Bovendien is SERMI verantwoordelijk voor het creëren van een registratie voor zij die zondigen tegen het systeem. Op deze manier kunnen overtreders in de toekomst worden gemeden en kan de veiligheidsinformatie beter beschermd worden", stelt Lycke. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de vele afzonderlijke certificaten voor elk automerk worden vervangen door één universeel certificaat waarmee men kan inloggen op het portaal van een autofabrikant.
Concreet
Erkenning en voorwaarden
Hoe moet je als onafhankelijk autobedrijf nu te werk gaan om zo'n erkenning te verkrijgen en wat zijn de bindende voorwaarden? Het is intussen duidelijk welke stappen men moet nemen:
- Ga bij het NAB na wat de erkende CAB's zijn.
- Vraag bij dat CAB een erkenning aan voor het bedrijf en één of meerdere werknemers.
- Lever vestigings- en eigenaarsgegevens, samen met alle gegevens over de werknemer(s).
- Een controleur van het CAB komt langs om alle informatie en werkzaamheden te controleren.
Wat de werknemer betreft, zijn er ook enkele strikte voorwaarden. "Zo moet de werknemer effectief tewerkgesteld zijn bij het bedrijf, dat ondertussen ook de erkenningsprocedure volgt of al gevolgd heeft. De werknemer moet ook voldoende getraind zijn of minstens twee jaar relevante ervaring hebben. Belangrijk is dat de persoon in kwestie geen strafblad mag hebben. Zo hoopt men misbruik van de gevoelige informatie tegen te gaan", aldus Lycke.
Wat komt zo'n controleur nu eigenlijk doen in uw bedrijf? Hij of zij moet een aantal papieren zien om zo te bevestigen dat het bedrijf met alles in orde is en een aansprakelijkheidsverzekering heeft. De bedrijfseigenaar moet vaststaan en er moet aangegeven worden welke werknemers gecertificeerd moeten worden en wat hun functie is binnen het bedrijf. Belangrijk voor de controleur is het feit dat het om een echt autobedrijf gaat, niet één dat enkel op papier bestaat.
Illegale activiteiten zijn uiteraard uit den boze. Geen manipulatie van de kilometerteller of de emissieregeling, geen verwijdering of deactivatie van emissiereiniging en geen wijzigingen van de verbruiksmeter of motorregeling. Dit wil dus ook zeggen dat tuners niet in aanmerking komen voor erkenning.
MVBER
Er bestaat ook zoiets als de Motor Vehicle Block Exemption Regulation. Ingewikkelde naam, maar in de praktijk komt het erop neer dat de bestaande MVBER op 31 mei vervalt en met vijf jaar verlengd wordt. De MVBER is een sectorspecifieke verordening. Deze "specifieke bepalingen" zijn van toepassing op erkende en onafhankelijke aftermarkets en op de distributie van reserveonderdelen. Er zijn enkele veranderingen aangebracht in het vorige plan, waarbij toegang tot voertuigdata centraal staat. Dit betreft data die gegenereerd worden door geconnecteerde voertuigen (in-vehicle data). Ook deze update staat in het teken van eerlijke concurrentie tussen erkende en onafhankelijke autobedrijven, hoewel de MVBER volledig losstaat van SERMI.
Andere werkwijze
Erkenning zorgt dus voor toegang tot belangrijke data, maar zorgt ook voor enkele wijzigingen in de werkwijze. Zo zal er nu nóg meer gedocumenteerd moeten worden. "Wanneer werk valt onder de noemer van 'veiligheid en antidiefstal', dan moet de aanvraag voor onderhoud of reparatie geregistreerd worden. De klant moet zich identificeren en ook de identiteit van het voertuig in kwestie moet worden vastgelegd. Ten slotte moet de kilometerstand genoteerd worden", zegt Lycke.
Indien het om een bedrijfswagen gaat, dan moet naast de klantidentificatie ook gedocumenteerd worden welk bedrijf eigenaar is van de auto, met adres en telefoonnummer van dat bedrijf. De rechtmatige eigenaar van de wagen moet een ondertekend order voor reparatie of onderhoud geven. Indien de klant geen eigenaar is van de wagen, dan moet die een originele machtiging tonen van de eigenaar.
Je zorgt best voor aangepaste formulieren en procedures
Je kan als bedrijf dus maar beter specifieke formulieren hiervoor aanmaken, om zo het werk en de administratie te vergemakkelijken. "Dergelijke werkorders moeten ten minste vijf jaar bewaard worden. Opgevraagde informatie of software gerelateerd aan antidiefstal om de werken uit te voeren, daarentegen, moet zo snel mogelijk terug verwijderd worden", besluit Lycke.
Problemen
Er blijven nog enkele (mogelijke) problemen in verband met heel het SERMI-verhaal. Zo weten we eigenlijk nog altijd niet welke instanties juist de rol van CAB zullen vervullen, terwijl de deadline van 1 augustus met rasse schreden nadert. Er valt in het algemeen nog erg veel te regelen om dit op tijd te realiseren.
Daarnaast is het ook niet zo zeker wat diefstalweringgerelateerde informatie nu juist betekent. De Europese regeling 858 omschrijft dit als "alles wat de fabrikant heeft ingebouwd om diefstal of wegrijden te voorkomen, en om de auto te kunnen volgen en terugbrengen." Dit laat echter wat ruimte tot interpretatie en het valt te verwachten dat autofabrikanten zullen proberen om deze definitie zo nauw mogelijk in te vullen en dus zoveel mogelijk informatie bij zich te houden.
EU Data Act
Tot slot nog dit: eind maart besliste Europa over een te volgen strategie voor het uitwerken van de EU Data Act. Dit is de eerste set regels over het gebruik van productgegenereerde data, waaronder voertuigen. Er is nu duidelijk gesteld dat de eigenaar de controle heeft over deze dynamische data. Dit staat echter los van het SERMI-plan en moet nog volop onderhandeld worden. Bovendien gaat het over heel andere data, algemeen gegenereerd door geconnecteerde gebruiksartikelen. Hoewel het mogelijk is dat op termijn elementen van de Data Act worden opgenomen in SERMI, is daar vooralsnog geen sprake van. Bovendien moeten de sectorspecifieke regels nog uitgewerkt worden.