aandachtspunten bij het plaatsen van sierpleister op buitengevelisolatie
Een buitengevelisolatiesysteem met een decoratieve pleisterafwerking of een harde bekleding, beter bekend als ETICS, is in de laatste jaren aan een opgemerkte opmars bezig. Ook in ons land wint het aan populariteit bij zowel nieuwbouw als renovatie. Ondanks de eenvoud van het systeem blijkt de kwaliteit van het eindresultaat echter niet altijd even hoogstaand.
ETICS in het kort
An sich is ETICS – voluit External Thermal Insulation Composite System – voor een vakman een koud kunstje: isolatieplaten worden op de buitenmuur verlijmd en/of bevestigd met pluggen of op aangebrachte profielen. De isolatieplaten worden tot slot voorzien van een afwerking in de vorm van een pleistersysteem en/of een harde bekleding (bv. steenstrips of keramische tegels). Als we die materialen laag voor laag bekijken, zien we dat daar diverse mogelijkheden zijn.
Lijmlaag
Zo kan de lijmlaag PU-schuim zijn, kant-en-klare pasta of een poedervormige lijm die ter plaatse aangemaakt wordt. Belangrijk bij het aanbrengen van die laag is dat minstens 40% (pleistersysteem) van de isolatieplaat en van de ondergrond voorzien wordt van lijm, waarbij de isolatieplaat ook aan de randen een volledige verlijming moet krijgen. Zo krijg je een voldoende hechting. Kies eventueel voor mechanische bevestigingsmiddelen, meestal uit kunststof, die een voorlopige of definitieve bevestiging van de isolatie aan de ondergrond verzekeren.


Isolatiemateriaal
De keuze gaat naar isolatiemateriaal in plaatvorm met verschillende mogelijke randafwerkingen (stomp, tand en groef, sponning).

Wapeningslaag
Die bestaat uit een grondlaag, die wordt over het gehele oppervlak van de isolatie aangebracht waarin het wapeningsnet wordt ingewerkt.
Tussenlaag of voorstrijklaag
Eventueel een tussenlaag of voorstrijklaag die zorgt voor de regulering van de absorptie, de homogeniteit van de kleur en de hechting.
Afwerklaag
Die bestaat ofwel uit een siliconenhars, acrylaatdispersie, silicaat of mineraalgebonden pleister, droog voorgemengd of gebruiksklaar in pasta geleverd, ofwel uit een harde verlijmde bekleding (steenstrips, keramische tegels, natuursteen …). De afwerklaag zorgt, samen met de andere lagen, voor de nodige bescherming en voor het esthetische uitzicht. Verschillende kleuren en structuren (vlak, glad, gestructureerd …) zijn mogelijk. De helderheidswaarde van het afwerkpleister dient hoger te zijn dan 20%, de zonneabsorptiefactor van harde bekleding moet kleiner zijn dan of gelijk aan 0,7.
Verflaag
Eventueel een verflaag op het pleistersysteem. Die is meestal op dezelfde basis als het afwerkpleister. Ze beschermt het pleister tegen veroudering en vervuiling. Zo verdienen donker en intensief gekleurde sierpleisters de aanbeveling om overschilderd te worden voor het verkrijgen van een uniform uitzicht en een betere kleurstabiliteit.
OPGELET!
ETICS is een gevelisolatiesysteem, geen methode om scheve muren of grote oneffenheden uit te vlakken of om andere visuele anomalieën bij het gebouw aan het zicht te onttrekken. De eindklant moet zich hier ook bewust van zijn. Vaak zien zij het esthetische aspect als de belangrijkste keuzefactor, terwijl dat dus niet de hoofdfunctie is. Als vuistregel wordt vaak maximaal 15 mm per 2 m gebruikt als maximale tolerantie voor de vlakheid van de ondergrond (8 mm per 2 m voor een nieuwe ondergrond uit metselwerk of beton). In geen geval mogen grote correcties op de vlakheid worden uitgevlakt met een eenvoudig wapeningspleister. Het uitvlakken van scheefstanden gebeurt het best met daartoe aangepaste mortels, die ook kunnen dienen voor het opvullen van scheuren of holtes. Let wel dat scheuren die een potentiële fout in de constructie verraden, wel geëvalueerd moeten worden op verdere behandeling.
AANDACHTSPUNTEN voorbereiding
Een goede voorbereiding is vaak het halve werk, en dat is bij de plaatsing van ETICS niet anders. We kunnen de lijst met aandachtspunten zo lang maken als we zelf willen, maar enkele belangrijke punten willen we er toch zeker uit pikken:
- Vermijd contact met bouwvocht uit eerdere werkzaamheden zoals vloerwerken. Tref ook maatregelen tegen opstijgend vocht.
- Wacht op een volledige en kwalitatieve afwerking van kozijnen en doorvoeren.
- Dring aan op de snelle plaatsing van regenwaterafvoeren om zo indringend vocht te vermijden.
- Zorg dat alle andere bouwdelen (dorpels, bedrading, plinten, dakdelen …) geplaatst zijn.

Voorbereiding ondergrond
Een stevige, effen en draagkrachtige ondergrond is een absolute noodzaak. Dat kan bij renovatie soms een probleem vormen omdat uitstulpingen voorkomen, voegen verdwenen zijn en de tand des tijds voor verwering heeft gezorgd. Maar ook bij nieuwe gebouwen kan het ‘zetten’ van een gebouw of het krimpen van materialen tot problemen leiden. Het is dus aan te raden om voldoende lang te wachten – desnoods enkele maanden – na afwerking van de ruwbouw. Ook de aard van het bouwmateriaal draagt bij tot het eindresultaat. Bakstenen en beton vormen over het algemeen geen probleem voor de draagkracht. Bij twijfel wordt het best de fabrikant van het gevelisolatiesysteem om advies gevraagd. Vaak is een versteviging in de vorm van een bijkomende mechanische bevestiging nodig of kan er met bevestigingsprofielen gewerkt worden.
Vocht is een van de grootste boosdoeners die een kwalitatieve installatie in de weg staan. Vandaar ook de grote aandacht voor die materie bij de voorbereiding, zowel voor het vermijden van bouwvocht, opstijgend vocht als insijpelend vocht. Het materiaal zelf dient het evenwichtsvochtgehalte bereikt te hebben op het moment van plaatsing, maar herbevochtiging van het materiaal moet te allen prijze vermeden worden, want als dat vocht zich een weg baant naar buiten, zal dat een nefaste invloed hebben op de kwaliteit van de buitengevelisolatie. Bij twijfel kan altijd het restvochtgehalte gemeten worden.
Naast de draagkracht en het restvochtgehalte is ook de reinheid van het oppervlak een belangrijke pijler in de voorbereidingsfase. Vuil, mos, schilfers, bouwstof en dergelijke dienen verwijderd te worden met het gepaste materiaal (desnoods zandstralen of hogedrukreiniging).
Invloed van weersomstandigheden
Iets wat vaak vergeten wordt bij dit soort werken, is de invloed van de weersomstandigheden. Met name de binding, uitharding en droging van lijmen verlopen trager of zelfs onvolledig indien het aanbrengen niet volgens de vereisten van de fabrikant verloopt. Een vuistregel is dat de temperaturen die zich boven de +30 °C en onder de 5 °C bevinden, niet geschikt zijn voor dit type werken (aanbrengen én uitharden!). Ook volle zon, slagregen, vriestemperaturen en veel wind kunnen het proces bemoeilijken, want die kunnen het droogproces negatief beïnvloeden.

Aansluitingen op andere bouwdelen worden het best uitgevoerd met een zwelband
AANDACHTSPUNTEN PLAATSING
Er wordt aangeraden om zo veel mogelijk te werken met materialen van dezelfde fabrikant. Dat is geen negatieve kwaliteitsbeoordeling van aanbieders van aparte onderdelen van die systemen, maar het werken met kits van één fabrikant geeft wel de zekerheid dat het geheel ook als dusdanig getest werd op allerlei factoren (veroudering bijvoorbeeld) onder labocondities.
Aansluitingen op andere bouwdelen
Een belangrijk gegeven bij ETICS is de aansluiting op de andere bouwdelen, zoals het schrijnwerk, doorvoeringen en dorpels. In de regel worden die het best uitgevoerd met een zwelband (dat goed gecomprimeerd moet worden), aangebracht ter hoogte van de aansluiting tussen de isolatie en het bouwonderdeel en van een voegbodem en een soepele afdichtingsvoeg die aangebracht worden ter hoogte van de aansluiting tussen de afwerking en het bouwonderdeel. Dorpels moeten bovendien voorzien zijn van opstanden aan de zijkanten en aan de achterkant.
Bevestiging isolatie en grondpleister
Zoals eerder vermeld, kan er gebruikgemaakt worden van schotelpluggen en/of kan het geheel verlijmd worden met kleefmortel. Extra aandacht is nodig om te vermijden dat de voegen tussen de isolatieplaten zich niet in zones van spanningsconcentratie bevinden. Ook de plaatsing van het grondpleister moet omzichtig gebeuren. Een snelle plaatsing – na het uitharden van de lijm – is aangewezen, anders kan vocht roet in het eten gooien. Zorg ook voor voldoende dikte en verstevig waar nodig met het wapeningsnet, zoals bij hoeken van ramen en met hoekprofielen op de buitenranden. Er moet bovendien een doorlopende wapening voorzien worden ter hoogte van de binnenhoeken van de dagkanten van de openingen.

Voegen
Het opvoegen kan gedaan worden met ofwel metsel-, ofwel tegelmortel. Nadat de hechtingsproducten gedroogd en/of uitgehard zijn, moeten er ter hoogte van de verbindingen soepele voegen aangebracht worden. Verder wordt er onder de bewegingsvoegen een onderscheid gemaakt tussen constructievoegen en verdeelvoegen. In het systeem moeten er op de volgende plaatsen constructievoegen voorzien worden:
- ter hoogte van bewegingsvoegen in de draagstructuur, die overgenomen moeten worden in het ETICS;
- daar waar men aanzienlijke differentiële bewegingen van het gebouw kan verwachten (hoogteverschil);
- daar waar het type van de draagstructuur verandert (overgang van een betonwand naar metselwerk).
Met de medewerking van het WTCB in het kader van het traject ETICSIV ‘Doorgedreven implementatie van innovaties binnen ETICS met harde bekledingen’ gesubsidieerd door VLAIO