NAAR EEN VERALGEMENING VAN DE SUIKERTAKS?
Echte bedoeling maatregelen in vraag gesteld
De suikertaks is een modeverschijnsel dat zich snel aan het verspreiden is. Heel wat landen in Europa, maar ook in de rest van de wereld, voerden die al in. Officieel is die nieuwe heffing bedoeld om diabetes en obesitas te bestrijden. Maar de maatregel krijgt ook heel wat kritiek, met name van de frisdrankenindustrie, die deze taks beschouwt als een officieuze manier om de staatskas aan te zuiveren.
GEEN EUROPESE HARMONISERING
De jongste jaren worden er in Europa alsmaar meer taksen op sterk suikerhoudende producten geheven, al dan niet met succes. Dat gebeurde in Hongarije, Finland, Denemarken, Frankrijk, en onlangs ook in België. Bij gebrek aan een Europese harmonisering op dat vlak legt elke lidstaat van de Europese Unie zijn eigen wetten op. De laatste in de rij was het Verenigd Koninkrijk, dat aankondigde binnen twee jaar een progressieve taks op suikerhoudende niet-alcoholische dranken te willen invoeren. De invoering van die taks doet echter heel wat vragen rijzen met betrekking tot de echte bedoeling ervan, de doeltreffendheid en de overeenstemming met het Europese recht.
FINANCIELE BELANGEN
Allereerst wordt de echte bedoeling van de maatregelen regelmatig in vraag gesteld. De lidstaten verdedigen zich door te argumenteren dat de taks bedoeld is om diabetes en obesitas te bestrijden. Maar achter die weliswaar geldige argumenten schuilen andere belangen, die deze keer van financiële aard zijn. In deze tijden van algemene begrotingscrisis zoeken de lidstaten namelijk naar de beste middelen om hun inkomsten te verhogen. Een heffing op sterk suikerhoudende producten was vermoedelijk een van de maatregelen om dit te bereiken. Zo voorziet de Belgische regering door de invoer van de taks op suikerhoudende dranken sinds januari 2016 een opbrengst van 150 miljoen euro extra tegen 2018. Het Verenigd Koninkrijk verwacht op zijn beurt een opbrengst van 520 miljoen pond vanaf het jaar van de invoering van de taks.
INDUSTRIE IN HET VERWEER
De industrie van de suikerhoudende dranken is bijzonder kwaad over deze maatregelen. Zo beschouwt de frisdrankenindustrie in het Verenigd Koninkrijk met Coca-Cola op kop de toekomstige 'sugar tax' als bijzonder discriminerend, omdat die alleen van toepassing zal zijn op niet-alcoholische frisdranken en niet op andere soorten dranken, zoals fruitsappen, die evenveel of zelfs meer suiker bevatten. Het betreft dus een intern, maar ook een extern concurrentieprobleem. De suikertaks zal namelijk leiden tot een prijsstijging van de betrokken producten. Dat zal de consumenten aanzetten om die producten in de buurlanden aan te kopen, waar er geen dergelijke taksen worden geheven of waar ze minder afschrikken. Denemarken is in dat opzicht een zeer interessant voorbeeld. Nadat het land in 2011 een heffing op bepaalde producten met te veel verzadigde vetten invoerde ('fat tax'), kwam het na een jaar op zijn beslissing terug omdat het merkte dat consumenten heel wat van die producten in de buurlanden aankochten. Een niet te verwaarlozen deel van de Deense industrie kwam daardoor in gevaar. Bovendien moeten we stilstaan bij de overeenstemming van die nationale maatregelen met het Europese recht. Zo stelde de Europese Commissie in februari 2015 een onderzoek in om te bepalen of de intussen afgeschafte Deense vettaks niet als staatssteun (verboden door het Europese recht) beschouwd zou kunnen worden. Die taks was namelijk slechts op een beperkt aantal producten van toepassing, en niet op alle producten met verzadigde vetten.
JURIDISCH ADVIES
Katia Merten-Lentz is als advocaat-vennoot verbonden aan het kantoor Keller & Heckman. Ze is gespecialiseerd in kwesties met betrekking tot de agro- en foodsector, zowel op Europees als nationaal niveau. Katia adviseert ondernemingen en treedt namens hen op ten aanzien van de toepassing van de Europese en nationale landbouw- en voedselwetgeving, in gerechtelijke procedures en bedrijfsjuridische beslissingen. Keller & Heckman is een internationaal kantoor voor ondernemingsrecht, gespecialiseerd in levensmiddelenrecht, materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, milieu en publiciteit, aanwezig in Brussel, Parijs, San Francisco, Sjanghai en Washington. Dit internationale team biedt Katia een ideale positie om zijn Europese klanten te begeleiden bij hun exportactiviteiten, zowel naar Azië als naar de VS.
ZELF EEN JURIDISCHE VRAAG?
Wordt u zelf met een juridisch vraagstuk geconfronteerd? Leg uw vraag voor bij bladmanager Wouter Verheecke (wou@pmgroup.be). De meest interessante inzendingen worden in een volgend nummer behandeld.