MINIMALE HERVORMING VOOR VOEDINGSSUPPLEMENTEN
Geschillen te verwachten waarin notificatieweigeringen worden aangevochten

PATCHWORK VAN REGELGEVINGEN
Voedingssupplementen vallen op Europees niveau onder de richtlijn 2002/46/EG. Deze richtlijn harmoniseert echter alleen de bruikbare vitamines en mineralen, en de etikettering ervan. Hierdoor blijft er veel speelruimte over voor de lidstaten om op dit vlak zelf een regelgeving te maken.
In de Belgische wetgeving worden voedingssupplementen gereglementeerd door diverse Koninklijke Besluiten:
- 3 maart 1992 van toepassing op nutriënten;
- 29 augustus 1997 van toepassing op planten;
- 12 februari 2009 van toepassing op alle andere stoffen.
DRIE INTERESSANTE WIJZIGINGEN
Naar aanleiding van nieuw uitgebrachte wetenschappelijke adviezen besliste België om het Besluit dat van toepassing is op nutriënten, te herzien en stelde drie interessante wijzigingen voor.
Meer keuzevrijheid
Ten eerste werden de referentie-innames voor de meeste vitamines, mineralen en oligo-elementen verhoogd of zelfs verwijderd. De maximumwaarde van magnesium vormt hier de enige uitzondering op. De verhoging van die grenzen of de verwijdering ervan biedt professionals meer keuzevrijheid met betrekking tot de samenstelling van hun voedingssupplementen.
Verbod op nicotinezuur en inositolhexanicotinaat
Ten tweede werden de moleculen nicotinezuur en inositolhexanicotinaat vreemd genoeg verboden, terwijl beide moleculen, gezien de eerder vermelde richtlijn, juist deel uitmaken van de geharmoniseerde lijst.
Notificatieprocedure blijft van kracht
Tot slot voorziet het Belgische Besluit deels in een nieuw artikel 11. Dit is een merkwaardige aanpassing, omdat het nieuwe artikel het reeds bindende karakter van het beginsel van 'wederzijdse erkenning' bevestigt en de huidige notificatieprocedure intact laat. Vanzelfsprekend is de bevestiging van een reeds bindend beginsel niet nodig, en juist de Belgische notificatieprocedure, die een bron is van velerlei twist, blijft gehandhaafd.
De notificatieprocedure, die eigen is aan België, bepaalt dat geen enkel voedingssupplement zonder de toewijzing van een notificatienummer op de Belgische markt mag worden gebracht. In de praktijk wordt deze procedure nogal eens gebruikt om een voedingssupplement in de handel te brengen, terwijl dat in een andere lidstaat al wettelijk wordt verkocht.
Met deze voorgestelde hervorming heeft de Belgische wetgever een uitgelezen kans laten schieten om makers van voedingssupplementen een juridisch kader te bieden dat beter op de Europese richtlijn is afgestemd. Door instandhouding van de Belgische notificatieprocedure is het Europees bindende principe van wederzijdse erkenning bovendien ver van gegarandeerd. Men kan dus - met rede - talloze geschillen verwachten waarin notificatieweigeringen worden aangevochten.
JURIDISCH ADVIES
Katia Merten-Lentz is als advocaat-vennoot verbonden aan het kantoor Keller & Heckman. Ze is gespecialiseerd in kwesties met betrekking tot de agro- en foodsector, zowel op Europees als nationaal niveau. Katia adviseert ondernemingen en treedt namens hen op ten aanzien van de toepassing van de Europese en nationale landbouw- en voedselwetgeving, in gerechtelijke procedures en bedrijfsjuridische beslissingen. Keller & Heckman is een internationaal kantoor voor ondernemingsrecht, gespecialiseerd in levensmiddelenrecht, materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, milieu en publiciteit, aanwezig in Brussel, Parijs, San Francisco, Shanghai en Washington. Dit internationale team biedt Katia een ideale positie om zijn Europese klanten te begeleiden bij hun exportactiviteiten, zowel naar Azië als naar de VS.